De leeswereld van Melina Ghasseminejad

'Lezen is denken met andermans hoofd’, zei Schopenhauer. Maar wat zoeken we in dat andere hoofd? Is het rust, verstrooiing, kennis? Dit is Leeswereld, een interviewreeks over de rol van lezen, over schoonheid, over taal. Deze aflevering: Melina Ghasseminejad, doctoraatsstudente.

door Matthias M.R. Declercq
© Michiel Devijver | Iedereen Leest

‘Of ik nog aan lezen toe kom?’ Melina lacht. ‘Te weinig alleszins.’ De ironie ontgaat haar niet. De doctoraatsstudente van de Universiteit Antwerpen doet onderzoek naar lezen, en heeft er zelf amper nog de tijd voor. Haar Leeswereld bestaat nu vooral uit papers en ander academisch werk. ‘Is dat literatuur? Niet echt. Het is kennisverwerving. Daarin mis ik de verwondering die ik als kind had, de opwinding van nieuwe verhalen.’

Melina Ghasseminejad, Nederlandse met een Iraanse achtergrond, doet onderzoek naar de beleving van lezers. Ze is geboeid door de impact die verhalen hebben, vraagt zich af hoe een verhaal zich ontwikkelt in je brein, hoe de personages vorm krijgen in een specifieke context, hoe je als lezer de gebeurtenissen ervaart. Daar speelt haar achtergrond als psychologe in mee. Als tienjarige werd Melina gediagnosticeerd met epilepsie, waardoor de neurologie op haar pad kwam, en die fascinatie voor mentale, cognitieve processen, samen met haar passie voor literatuur (ze studeerde ook Taal- en Letterkunde), mondde uit in haar huidig onderzoek naar lezen.

“Ik ben nu zodanig getraind in narratieve analyses, dat het steeds lastiger is om gewoon een boek te lezen zoals ik dat als kind deed.”

‘Ik ben nu zodanig getraind in narratieve analyses, dat het steeds lastiger is om gewoon een boek te lezen zoals ik dat als kind deed. Vroeger mocht je tijdens het lezen nog zo hard roepen, ik hoorde je niet.’
En toch. Sommige boeken zijn danig goed, dat ook Melina de witte stofjas onbewust van zich afgooit en zich overgeeft aan een verhaal. Vooral de twee jaar voorafgaand aan haar PhD kwamen de grote literatoren haar leven op volle kracht binnen gezeild, en namen haar mee de zee op. ‘De wat serieuze, heftige werken van grote namen als James Baldwin, Toni Morrison en Jane Austen las ik toen’, zegt Melina. ‘Maar eens de doctoraatsstudie aanving, en de covid-crisis losbrak, kwam er van het echte, ontspannende lezen minder in huis. Ik las Bernardine Evaristo nog wel, met
Girl, Woman, Other (Melina leest in hoofdzaak in het Engels). Fantastisch boek is dat, zowel qua stijl, opbouw en symboliek. Ook Mijn ontelbare identiteiten (van Sinan Çankaya) was boeiend om lezen. Dat zijn twee boeken die me als lezer enigszins typeren, maar het ideale boek bestaat niet. Evengoed lees ik een young adult-verhaal of een graphic novel, puur voor het plezier. Alleen zit mijn hoofd ’s avonds nu een beetje te vol met academische lectuur.’

Kwartje

© Michiel Devijver | Iedereen Leest

‘Het gevoel voor verhaal is me bijgebracht door mijn ouders. In mijn kindertijd, die ik in Hoofddorp doorbracht, nabij Schiphol, vertelden ze me iedere avond sprookjes in een mengeling van Nederlands en Farsi. Niet voorlezen, maar echt vertellen. Mijn ouders leerden elkaar kennen in Turkije, de pitstop onderweg naar Nederland. Mijn vader komt uit het zuiden van Iran en heeft een grote liefde voor film, vooral actiefilms. Langs vaders kant is familie terug te vinden in Hawaï, Australië, Canada, Duitsland en dus ook in Nederland. Het is best een intellectuele familie, met artsen en professoren. Moeder heeft zich bekwaamd in de informatica, nog altijd is ze de brug tussen bedrijven die een specifiek product willen produceren en de IT'ers die dat proces moeten ondersteunen. Thuis keek ik met mijn ouders naar de films van Kurosawa, naar spaghettiwesterns, maar evengoed naar Disney-films. Ook daarin herkende ik de narratieven, net als in videogames en boeken. Lezen ging aanvankelijk heel traag. Het kwartje viel precies niet. Misschien omdat de boeken van laagste leesniveaus in lettergrepen waren geschreven. Ik sprak ze daardoor ook niet goed uit.

“Vanuit de docenten en de leesmoeders werd al snel verwezen naar mijn migratieachtergrond: ‘daarom lukt het lezen niet goed.’ Je voelt dat als kind, zonder er specifiek de vinger op te kunnen leggen.”

Vanuit de docenten en de leesmoeders - die kwamen de leesmiddagen mee ondersteunen - werd al snel verwezen naar mijn migratieachtergrond: ‘daarom lukt het lezen niet goed.’ Je voelt dat als kind, zonder er specifiek de vinger op te kunnen leggen. Ik vertoonde ook wat gedragsproblemen. De docenten dachten dat ik niet slim genoeg was, dat ik beter zou aarden in een ‘speciale school’, maar mijn ouders vonden dat vreemd en lieten me testen. Bleek ik hoogbegaafd, hoewel ik op emotioneel vlak wel de normale leeftijd had. Eens het kwartje viel bij het lezen, verveelde ik me en lieten de docenten me al gauw steeds moeilijkere boeken lezen voor steeds oudere leerlingen, al begreep ik de verhalen niet altijd. Het leidde tot het verwerven van veel nieuwe woorden en steeds meer toegang tot allerlei soorten boeken. Achteraf bekeken was dat geen goed idee. Ik las als achtjarige boeken over de Tweede Wereldoorlog, over hongersnoden, armoede, enzovoort. Heel heftig allemaal, dat kwam het leesplezier niet ten goede. Tegelijk voelde ik me heel bijzonder, want ik mocht al dikke boeken lezen!

Thailand

Misschien heeft de maatschappelijke betrokkenheid van mijn ouders er indirect mee voor gezorgd dat ik boeken las over sociale problematieken als armoede. Op mijn vijfde, op reis in Thailand, zag ik een kind met een batterij spelen en legde mijn moeder uit dat niet ieder kind geluk heeft, dat niet alles vanzelfsprekend is, ook speelgoed niet. Ik had nog de woorden niet om mijn eigen situatie te benoemen, maar het idee dat ik geluk had in het juiste gezin geboren te zijn, speelde wel al.

Al die tijd bleef ik boeken lezen voor een ouder publiek; ik las op mijn vijftiende De ontdekking van de hemel van Harry Mulisch uit op veertien uur tijd. Heel stoer allemaal, alleen dachten mijn medeleerlingen daar niet zo over. (lacht) Mijn leeftijd viel gelukkig ook samen met de doorbraak van Harry Potter. Young Adult-verhalen met magie en tovenarij lieten me toe een inhaalbeweging te maken naar mijn leeftijdsgenoten.’

“Ik wil geloven dat literatuur je een betere mens maakt, dat lezen je empathischer maakt en vooroordelen doorprikt. Lezen maakt je als mens menselijker. ”

Piloot

© Michiel Devijver | Iedereen Leest

‘Ik wil geloven dat literatuur je een betere mens maakt’, zegt Melina, ‘dat lezen je empathischer maakt en vooroordelen doorprikt. Lezen maakt je als mens menselijker. In mijn masterproef deed ik onderzoek bij jonge tieners, vroeg hen een leeslijst bij te houden, en hoewel het aantal deelnemers aan de proef te laag was om al te grote conclusies te trekken, bleek wel dat jongeren die meer fictie lezen effectief meer cognitieve empathie hebben, dat ze de ander beter begrijpen. Er is ook meer affectieve empathie, die een meer emotionele lading heeft. Net zoals een vlucht wordt gesimuleerd in de training van een piloot, worden bij lezen nieuwe sociale gebeurtenissen gesimuleerd, die de lezer als het ware voorbereiden op de werkelijkheid. Als je een roman leest over rouwen, dan weet je beter hoe te reageren als een vriend een naaste verliest.

Door te lezen kwam ik in contact met andere etnische achtergronden, met andere economische omstandigheden, met feminisme, racisme, enzovoort. Maar bovenal liet lezen me toe om een taal te verwerven, om woorden te kunnen geven aan de wereld om me heen, om context aan te reiken. Taal is alles. Daarom is lezen zo belangrijk. De verhalen om ons heen geven ons leven betekenis. Het is via verhalen dat we abstracte begrippen als ‘scheiding’ of ‘liefde’ begrijpen. Die narratieven zie je ook in films of videogames. Literatuur is niet de enige drager van narratieven, maar draagt wel bij aan de taalbeheersing, wat de anderen minder doen. Het verhaal is de wortel, de bron van wat ons verbindt.’

“Net zoals een vlucht wordt gesimuleerd in de training van een piloot, worden bij lezen nieuwe sociale gebeurtenissen gesimuleerd, die de lezer als het ware voorbereiden op de werkelijkheid. Als je een roman leest over rouwen, dan weet je beter hoe te reageren als een vriend een naaste verliest.”

Friends

‘Als lezen zo belangrijk is, waarom laten we jongeren dan verhalen lezen die ze niet fijn vinden? Alles begint bij plezier. Een zestienjarige heeft niet veel aan de boeken van de Grote Drie (Mulisch, Reve, W.F. Hermans) of aan Waiting for the Barbarians van J.M. Coetzee. Als iemand van paarden houdt, of van voetbal, waarom laten we die geen non-fictieboek lezen daarover? We moeten jongeren niet pushen, integendeel, we moeten hen het juiste genre aanbieden, opdat ze lezen plezierig vinden en zo aan taalverwerving doen, wat hen meer kansen biedt, enzovoort. Dat is mijn grootste zorg. Ik voel bijna een morele plicht om na mijn doctoraat les te geven op de middelbare school, om jongeren te tonen dat lezen ook pure ontspanning kan zijn. We moeten niet enkel focussen op literatuur met de grote L. Academici vergeten soms dat er veel plezier en ontspanning te vinden is bij Young Adult, kinderliteratuur en romantische novelles. Die boeken zijn heel waardevol, ook al zijn ze luchtig. Mensen kijken naar sitcoms als Friends en How I Met Your Mother, die we als ‘cult’ ervaren, terwijl een Young Adult-verhaal daar de tekstuele vorm van is, en daar kijken we op neer. Jammer is dat. The joy of reading, dat moet voorop staan, altijd.’

“Als lezen zo belangrijk is, waarom laten we jongeren dan verhalen lezen die ze niet fijn vinden? Alles begint bij plezier.”

© Michiel Devijver | Iedereen Leest


Deel dit artikel:

Mis niets van Iedereen Leest