Een dag in het leven van... vertaler Siska Goeminne

In 2021 bestaat Jeugdboekenmaand 50 jaar. Een maand lang vieren we het lezen en dat doen we samen met alle spelers die dat mogelijk maken: auteurs, illustratoren, uitgevers, vormgevers… Iedere week laten we één van hen een inkijk geven in hun job. Deze week vroegen we aan Siska Goeminne, auteur, verteller en vertaler van kinderboeken, hoe haar werkdag eruitziet als ze haar vertaalpet op heeft.

door Katrien Elen | foto's: Michiel Devijver
© Michiel Devijver | Iedereen Leest

'Ik heb eigenlijk geen typische werkdagen. Tijdens het jaar zijn er periodes dat ik naar binnen keer om te schrijven en maanden dat ik naar buiten ga om te vertellen: op scholen, in bibliotheken en theaters. Of om mijn werk te promoten en inspiratie op te doen op de Boekenbeurs of de Bologna Children’s Book Fair. Vertalen doe ik echter het hele jaar door.'

'Het contrast tussen “binnen” en “buiten” is enorm, maar ik hou van die afwisseling. Schrijven en vertalen zijn eenzame bezigheden. Optreden geeft me positieve energie, ook al vraagt het tegelijk veel van mij. Na een paar intense weken snak ik dan ook altijd naar het isolement van mijn bureau.'

Mijn dag

‘Wat je hieronder leest, is geen realistische weergave, maar een poging om mijn verschillende bezigheden in een structuur te gieten. Multitasken kan ik eigenlijk niet, dus in het echte leven krijg ik dit nooit in één dag voor elkaar.’

9.00 uur - ‘Ik kruip achter mijn schrijftafel, vaak in pyjama. Soms duurt het tot ’s middags voor ik me echt aankleed. Gewoonlijk ben ik met verschillende projecten tegelijk bezig. Meestal begin ik met wat op dat moment het luidste roept. Maar ik laat me ook makkelijk afleiden, door een binnenkomende e-mail of een plotse inval voor een verhaal … Ik heb dus over het algemeen weinig vaste structuur, mijn werkdagen verlopen eerder intuïtief. Al hou ik de deadlines zeker in het oog.’

‘Vandaag begint mijn dag met een mailtje van mijn uitgeverij, De Eenhoorn. Of ik tijd heb voor een nieuwe vertaalopdracht. Ik bekijk in mijn agenda of het haalbaar is – een lastig dilemma. Eigenlijk had ik tijd gereserveerd om aan een eigen verhaal te werken, maar het is zo’n mooi boek, dat ik geen nee wil zeggen. Meestal is het de uitgeverij die me vraagt om een boek te vertalen, maar bij De Eenhoorn mocht ik zelf ook al voorstellen doen. Zo is het wel eens gebeurd dat ik op de beurs in Bologna verliefd werd op een boek en dat tipte aan De Eenhoorn. Helemaal aan de rand van mij ben jij, van Agnès de Lestrade en Valeria Docampo, was er zo eentje. Ik viel als een blok voor dat prachtige boek.'

“Gewoonlijk ben ik met verschillende projecten tegelijk bezig. Meestal begin ik met wat op dat moment het luidste roept. Maar ik laat me ook makkelijk afleiden, door een binnenkomende e-mail of een plotse inval voor een verhaal …”

9.15 uur - 'Gisteren zat er een nieuw boek om te vertalen in de bus. Zoals gewoonlijk begin ik met de research. Ik google niet alleen het boek en de schrijver, maar ook waar en wanneer het boek zich afspeelt, in welke talen het nog is verschenen, enzovoort … Bij een bewerking van een klassieker, zoals onlangs bij Alice in Wonderland, lees ik ook altijd het origineel. Zo’n klassieker vertalen vind ik best spannend. Er bestaan immers al zoveel goede Lewis Carroll-bewerkingen. Omdat die gedachte me niet zou verlammen, lees ik alleen oudere versies. Van recente bewerkingen vrees ik dat ze me te veel zouden beïnvloeden.'

10.45 uur - 'Ik neem een pauze. Met een koffie, een koek én een boek. Op luie dagen durf ik wel eens wat te lang pauzeren, maar met een beroep als het mijne heb je discipline nodig. Anders werk je niets af. Soms doe ik wel eens een dansje tijdens mijn pauze. Ik heb beweging nodig als ik de hele dag op mijn stoel zit. Ook als ik vastloop, moet ik even opstaan en wegwezen. Als ik voel dat de inspiratie die dag niet gaat komen, dan laat ik de tekst een tijdje liggen. Ik heb immers goede en slechte dagen. Soms vloeien de woorden uit mijn pen, op andere dagen blijf ik overal aan haken. Wandelen helpt meestal wel, dat is de beste manier om mijn hoofd leeg te maken.'

11.15 uur - 'Ik beantwoord enkele mailtjes van bibmedewerkers of leerkrachten. Ik ben altijd graag met projecten rond jeugdliteratuur bezig. Zo hadden Stefan Boonen, Wout Schildermans en ik plannen om een kinderboekenfestival te organiseren, omdat de Boekenbeurs wegviel. Ondertussen is dat festival helaas uitgesteld. Dit jaar staat in de bibliotheek van Genk een overzichtsexpo van mijn werk gepland, naar aanleiding van de twintigste verjaardag van mijn auteurschap. Ik had niet goed ingeschat hoeveel daarbij komt kijken. Momenteel ben ik fragmenten aan het kiezen uit mijn oeuvre. Ook de vertalingen krijgen een plaatsje.'

12.00 uur - 'Laptop dicht. In niet-coronatijden, zou ik nu richting Leuven wandelen om te lunchen met vrienden-collega’s Jan De Kinder en Beatrijs Peeters. Bij de koffie laten we elkaar zien waar we mee bezig zijn. Met hun input kan ik weer even verder. Vrienden vragen me vaak of ik het niet lastig vind om geen collega’s te hebben. Nee dus, echt niet. Alleen kunnen zijn met mijn gedachten geeft mij rust. Bovendien heb ik veel contact met mensen in mijn sector: met andere auteurs, of met illustratoren met wie ik heb samengewerkt. Tijdens de lockdown skypeten we soms, maar natuurlijk spreek ik liever 'live' met hen af.'

13.45 uur - 'Van mijn lunchafspraak trek ik - in normale tijden - naar een koffiebar. Hoe graag ik ook in mijn bureau zit, toch schrijf ik geregeld op café. Ik hou van de sfeer die er hangt en van het ritueel om er naartoe te wandelen, alsof ik naar mijn werk ga. Ik ken bijna alle koffiebars van Leuven, denk ik. Mister Bean, BarStan en het STUKcafé zijn maar enkele van mijn favorieten. Vaak zit ik een tijdlang dag na dag in dezelfde bar en dan wissel ik weer. Ik kies ook altijd hetzelfde tafeltje uit, lekker neurotisch. O wee als het al bezet is.’

“Hoe graag ik ook in mijn bureau zit, toch schrijf ik geregeld op café. Ik hou van de sfeer die er hangt en van het ritueel om er naartoe te wandelen, alsof ik naar mijn werk ga.”

14.00 uur - 'Tijd om een stukje te vertalen. Ik neem mijn woordenboeken erbij en open enkele synoniemensites. De juiste formulering vinden, daar kan ik helemaal in opgaan. Net als bij het schrijven ga ik voor elk boek opnieuw op zoek naar hoe ik de sfeer, poëzie en emotie van het verhaal in taal kan vatten. Ik hou er niet van om maar één stijl te hanteren. De ene keer schrijf ik dus meer barok, de andere keer minimalistisch. Heerlijk om te spelen met die registers.'

'Dit keer gaat het om een Franse tekst. Maar ik vertaal ook vanuit het Engels en het Duits en het kan gebeuren dat ik voor een Japans of Italiaans boek word gevraagd. Dan werk ik op basis van de Franse of Engelse vertaling. Literair vertalen is heel anders dan technisch vertalen. Ik heb veel meer vrijheid en kan gerust iets laten vallen of toevoegen. Het is geen één-op-éénvertaling.'
 

15.30 uur - 'Ik herlees wat ik al heb vertaald. Een vertaling groeit meestal in concentrische cirkels. Eerst vertaal ik heel basic. Enfin, dat is relatief. Ook in de eerste ronde zoek ik al naar mooie zinnen, maar als ik vastzit, ga ik snel verder. Dan markeer ik die passage gewoon voor later. Meestal heeft een tekst vijf, zes verbeterrondes nodig. Ook als de tekst is gezet, doe ik vaak nog enkele aanpassingen. Pas dan kan je immers zien of en hoe de tekst werkt bij de tekeningen.'

'Een eigen boek groeit bij mij veel meer organisch. De plot komt vaak pas tijdens het schrijven, fragmenten wisselen van plaats, personages veranderen en evolueren. Voor een vertaling begin ik echter gewoon bij het begin, ik zal nooit eerst het einde vertalen. Maar het grootste verschil tussen die twee bezigheden is toch dat ik bij een vertaling vertrek van een tekst die er al is. Er ligt immers al een mooi geschreven verhaal klaar. Dat maakt dat ik vertaalwerk, in tegenstelling tot het schrijven, kan combineren met andere activiteiten. Voor het schrijven heb ik meer mentale rust nodig.'

16.00 uur - 'Ik bel even met de uitgeverij om te overleggen, want ik zou een paar fundamentele aanpassingen aan de tekst willen doen. Mijn uitgever, Marita Vermeulen, legt mijn vraag op haar beurt voor aan de oorspronkelijke uitgeverij. Rechtstreeks contact met de auteur heb ik zelden, de uitgever is de tussenpersoon.'

“De juiste formulering vinden, daar kan ik helemaal in opgaan. Net als bij het schrijven ga ik voor elk boek opnieuw op zoek naar hoe ik de sfeer, poëzie en emotie van het verhaal in taal kan vatten.”

16.45 uur - 'Ik laad de auto in, want vanavond heb ik repetitie voor een voorstelling. Voor een momentje tussendoor heb ik het nieuwste boek van Valeria Docampo mee, dat vanochtend in de brievenbus zat. Ik heb veel affiniteit met haar werk. Zo heeft haar boek Het meisje dat nevel weefde me echt geraakt. Het had zo'n weerslag op mij, dat het me heeft geïnspireerd voor mijn boek Het hart van het meisje, een heel persoonlijk verhaal dat verschijnt in maart, met prachtige illustraties van Tim Van den Abeele.'

'Hoewel ik al heel wat boeken van Valeria vertaalde, hebben we elkaar nog nooit ontmoet. Misschien lopen we elkaar dit jaar wel tegen het lijf in Bologna, maar ik weet niet zeker of ik haar wel durf aanspreken. Raar hé, dat ik op mijn vijftigste nog altijd zo veel schroom voel.'
 

18.10 uur - 'Samen met illustrator Merel Eyckerman repeteer ik voor de familievoorstelling die bij ons boek De duizend ikken van Daan hoort. Achteraf eten we gezellig samen. De lente en de herfst zitten altijd vol met lezingen en optredens. Ook voor dit jaar is mijn agenda volgeboekt. Hopelijk kan alles doorgaan, want ik vertel natuurlijk liever 'live' dan online.'

21.00 uur - 'Thuisgekomen werk ik nog heel even door, want er komt een deadline aan. Ik steek mijn oortjes in en zonder me zo nog even af van mijn gezin. Op die manier vertalen vind ik ontspannend. Als ik eenmaal mijn focus heb gevonden, kan ik maar moeilijk stoppen. Sterker nog, dan verlang ik er echt naar om verder te schrijven.'
 

23.00 uur - 'Na een knus moment met mijn gezin kruip ik onder de wol. Ik lig nog maar net in bed of er schiet me een idee voor een nieuw boek te binnen. Dat moet ik nog even neerpennen. Het is wel duidelijk dat ik mijn werk maar moeilijk kan loslaten, zeker? Er is nu eenmaal niet echt een moment waarop het stopt. Erg vind ik dat niet, het is heerlijk als je je lievelingsjob mag en kan doen. Behalve in de zomer, dan neem ik altijd een lange vakantie. Die periode heb ik nodig om achteraf weer creatief te kunnen zijn.'



Deel dit artikel:

Mis niets van Iedereen Leest