In het atelier van Randall Casaer

Hoe ziet de werkruimte van illustratoren eruit? Wat zijn hun rituelen, talismannen en eigenaardigheden? Waaruit putten ze inspiratie en hoe komen ze tot hun beste werk? Journaliste Katrien Steyaert mag binnenkijken in hun ateliers en in hun creatieve geesten. Michiel Devijver maakt er foto’s bij. Deze keer: op bezoek bij artiest en tekenaar Randall Casaer in Gentbrugge.

door Katrien Steyaert | foto's: Michiel Devijver
© Michiel Devijver en Iedereen Leest

Taxidermist

'Toen ik drie jaar geleden in residentie mocht in een ex-turnzaal van een ex-schooltje in Damme amuseerde ik mij zo met grote werken maken dat ik dacht: ik wil dat altijd kunnen! De zolderkamer die ik toen nog met Wouter (Deprez, red.) deelde, was daar te klein voor. Gelukkig vond ik toevallig dit huizeke in het gras, achter een paar loodsen, bij mijn vriendin om de hoek. Het was het atelier van een taxidermist, dus van mijn eerste bezoek herinner ik me vooral grote diepvriezers en een mal waar het vel van een hond over moest. Hier hangen waarschijnlijk nog veel spirits van dode honden, maar dat past bij mijn oeuvre.' (lacht)

Geen snul meer

'Wat hier tof is: het is niet mooi, dus ik moet het ook niet mooi houden. Alles kan ik hier binnensleuren en 700.000 keer verzetten: het maakt niet uit. Ik sta mezelf ook toe om naar hier te komen zonder agenda – niets moet – of om binnen te wandelen met één idee en te vertrekken met een ander. Ik heb nogal zware ADD (een concentratiestoornis, red.), dus vaak ben ik drie stappen ver in een plan, zie ik iets anders en spring daarnaar over. Jaren en jaren heb ik mezelf daarvoor op de kop geklopt: Prutser!, Snul!, terwijl ik nu denk: Take it easy, gast. Het moet niet altijd elegant zijn. Dat zinnetje hangt hier aan mijn muur.'

De accidententafel

'Uit terloopse blobbers inkt ontstond onlangs een van de schoonste werkjes die ik ooit gemaakt heb. Ik was mijn borstel aan het uitvegen, zag twee toevallige vormen en dacht: Maar zie ne keer! Het papiertje mocht op de tafel met de andere accidenten, die daar wachten op een betekenis. Ook uit mijn droedels komen vaak onnadenkend pareltjes voort. Ik denk dat dat komt doordat het kritische, functionele stuk van mijn kop dat altijd driftig commentaar geeft als ik in opdracht werk dan eindelijk zwijgt. Dat lukt ook als ik podcasts zoals Radiolab luister, dan houdt dat praatgedeelte van mijn hersenen zich lekker daarmee bezig.'

“Dit was het atelier van een taxidermist, dus van mijn eerste bezoek herinner ik me vooral grote diepvriezers en een mal waar het vel van een hond over moest. Hier hangen waarschijnlijk nog veel spirits van dode honden, maar dat past bij mijn oeuvre. (lacht)”

Muji

© Michiel Devijver | Iedereen Leest

'Muziek luister ik in mijn kot nauwelijks, er ligt hier één cd’tje van Bach. (glimlacht) 'Ik heb niet veel nodig. Zo is er altijd een schriftje mee met de mens, maar ben ik geen Moleskin-snob. Mijn schetsboekjes – die ik állemaal uit een brand zou redden – mogen gerust goedkoop zijn, zolang de papierkwaliteit maar goed genoeg is voor vulpen, potlood én verf. Muji: dat is mijn merk! Ook hun stiften, mannekes toch, die geven allemaal sexy lijntjes. Sommige mensen zijn van de kleur, andere van de vorm, ik ben van de lijn. Ik kan niet denken in kleur, tenzij ik een paar dagen verfjes heb zitten mengen om te schilderen.'

Pierre-Auguste en Brecht

'Mijn goede vriend Ronny stuurde mij ooit een foto van Pierre-Auguste Renoir die ik hier naast de deur heb gehangen. Zo'n oude schilder met zo’n guitige, vitale blik: hij zegt me dat ik moet zorgen dat ik ook zo word. Op het schap heb ik nog een foto van mij en Brecht Evens liggen. Toen hij nog niet in Parijs woonde, kwam hij vaak in mijn atelier langs en dan wisselden we commentaren en tips uit. Dat deed ik ook een tijd op het online Stripmakersforum – heel tof – of in groepsateliers – iemand anders bezig zien kan zo inspirerend zijn. Maar ik ben een beetje uit die routine gesukkeld. Ik mis ze waarschijnlijk meer dan ik snap.'

“Sommige mensen zijn van de kleur, andere van de vorm, ik ben van de lijn. ”

Ellezelles

'Als ik vastloop, mediteer ik of doe iets met mijn handen: netels uittrekken in het tuintje aan mijn atelier, een ladder maken uit afgezaagde takken. Mijn vriendin en ik hebben in Ellezelles bij Ronse een charmant villaatje met een oude parktuin gekocht – we waren direct verliefd. Sindsdien koop ik opvallend meer hamertjes en beiteltjes. Word een middelbare man niet altijd een klusser of motard? Mijn twintigjarige zelf zou er niets van begrijpen. Die was ook veel meer onder de indruk van virtuoos werk dan ik nu. Soms stoot ik op beelden die krakkemikkig lijken, maar waar ik echt van hou. In die zin kan lelijk prachtig zijn.'

'Ik wil genezen'

'Vroeger was ik hongerig naar mij met andere makers meten en deed ik onnozel veel moeite om bewondering te krijgen. Maar ik kwam erachter dat die maar vijf minuten duurt én het echte contact met mensen in de weg staat. Daarvoor doe ik het toch: om te raken en te roeren. Een tijd geleden deed ik een oefening om te ontdekken wat ik écht wilde. Ik wist dat ik het had toen ik had genoteerd: 'Ik wil genezen' en begon te wenen. Lees: mijn werk moet zachtheid en compassie brengen, want daarvan gaan we er nog veel nodig hebben, vrienden. Ik aanvaard nu alleen nog teksten die zoiets menselijks tonen of achter de spiegel kijken.'

“Mijn werk moet zachtheid en compassie brengen, want daarvan gaan we er nog veel nodig hebben, vrienden.”

De Gouden Pluim

'Ik verliet dus grotendeels mijn helikopter- of metavisie en in de plaats daarvan kruip ik in het werk, zoals collega Inge Bogaerts het eens mooi verwoordde. Van haar kreeg ik trouwens een grote, oude ladekast die vroeger in kunstwinkel De Gouden Pluim stond. Daarin kan ik eindelijk grote werken opbergen zonder ze te moeten oprollen. Als ik zin heb, neem ik de taxidermisten-naaldjes die hier achtergebleven zijn en prik een groot vel papier tegen de muur. Daarop zet ik met houtskool en grafietpoeder instinctief vegen, waaruit ik iets zie ontstaan, dat ik dan wat aanzet, waardoor ik weer iets zie, ... Kortom: ik smijt me.'

Anderhalve zijstap

'Mijn vraag is altijd: hoe krijg ik wat op het blad ontstaat samengevoegd met wat ik wil vertellen? Tegenwoordig werk ik beter op die manier dan op voorhand een beeld in mijn hoofd vast te leggen, want dat mislukt vaker en vaker.’ (lacht) ‘Daarom ga ik voor een nieuwe opdracht graag door mijn schetsboekje van de voorbije maand: op zoek naar goede ideetjes waarmee ik alvast anderhalve zijstap kan maken vooraleer ik ze koppel aan de nieuwe inhoud. Ik scan ze in, pruts er wat aan op de computer – het ideale collage-instrument – en eindig met een veel gelaagder, indirecter resultaat dan als ik rechtstreeks de opdracht had vertaald.'

“Ondanks al mijn twijfels – Voor wie doe je het? Wanneer heb je iets te zeggen? – denk ik wel dat ik zal blijven tekenen en schilderen. ”

Belachelijk tuinzicht

'Binnen twee, drie jaar verhuizen we naar ons villaatje en maak ik mijn atelier in de garage. Want ondanks al mijn twijfels – Voor wie doe je het? Wanneer heb je iets te zeggen? – denk ik wel dat ik zal blijven tekenen en schilderen. Ellezelles is in de folklore een heksendorp, dus ik denk nu al over een reeks vrouwenportretten waarin de hekserij zindert. En binnenkort wil ik zo’n typisch tuinzicht schilderen. Dat mag een belachelijk werkje worden, ook daarmee raak ik meer en meer verzoend. Het moet allemaal niet te speciaal zijn. Zolang ik maar af en toe iets maak waarvan ik denk: Hmm, lekker. Of niet. Dat is ook goed.'



Deel dit artikel:

Mis niets van Iedereen Leest