Jeugdboekenmaand in het UZA

Omdat Jeugdboekenmaand leesplezier wil delen met alle kinderen trokken we op donderdag 27 maart naar de kinderafdeling van het UZA met peter Dempsey Hendrickx, illustrator Tom Schoonooghe en meter Fatinha Ramos, die zelf als kind vaak in het ziekenhuis lag: 'Door te tekenen, voelde ik de pijn niet meer en vloog ik naar een fantasiewereld.’ 

door Maya Toebat
©Michiel Devijver en Iedereen Leest
©Michiel Devijver en Iedereen Leest

Al op de eerste samenkomst met de Jeugdboekenmaand-ambassadeurs gaf meter Fatinha Ramos aan dat ze iets voor kinderen in het ziekenhuis wilde doen. ‘We organiseren meestal dingen waarbij we verwachten dat de kinderen naar ons toekomen, maar waarom zouden we niet naar de kinderen in het ziekenhuis gaan?’, merkte ze op. ‘Ook zij hebben immers boeken en verhalen nodig, maar ze worden vaak over het hoofd gezien.’ 

Ze spreekt uit ervaring. Tot haar veertien jaar verbleef Fatinha vaak én lang in het ziekenhuis door de brozebottenziekte. ‘Dat waren andere tijden. Er werd niet voorgelezen en er waren zelfs geen Cliniclowns. We hadden enkel een schooltje waar we wat konden leren en enkele spelletjes konden spelen’, herinnert ze zich. ‘Daarom tekende ik en bedacht ik mijn eigen verhalen. Tekenen was mijn afleiding. Als ik aan het tekenen was, dacht ik niet meer aan het ziekenhuis. Dan was ik even weg van de realiteit: ik voelde de pijn niet meer, kon vliegen en trad binnen in een fantasiewereld. Eigenlijk heeft tekenen me gered.’ 

“Fatinha: 'Ik deed mijn eerste expo in het ziekenhuis, toen ik acht jaar was. Ik maakte portretten van alle dokters en verplegers en die vonden ze zo mooi dat ze besloten om ze op te hangen.'”
©Michiel Devijver en Iedereen Leest

Misschien werd daar een zaadje geplant voor haar carrière als illustratrice. Haar allereerste tentoonstelling deed Fatinha namelijk al toen ze acht jaar was, in het ziekenhuis. ‘Ik maakte portretten van alle dokters en verplegers in de afdeling orthopedie, en die vonden ze zo mooi dat ze besloten om alle tekeningen op te hangen. Ze zijn er zelfs vijftien jaar blijven hangen tot het ziekenhuis vernieuwd werd.’ 

Flashforward naar zo’n twintig jaar later, wanneer Fatinha wandelt door de ziekenhuisgangen van het Universitair Ziekenhuis Antwerpen en meteen weer aan het tekenen gaat. Ze trekt de eerste lijnen van wat een gracieuze vogel op een raam wordt.  Ook in de gangen is er al veel bedrijvigheid: posters worden opgehangen, vlaggenlinten uitgerold, helden- en schurkenmaskers verspreid, en dat allemaal om de kinderen in het ziekenhuis extra in de watten te leggen. Met illustraties, verhalen en natuurlijk boeken.  

Grapman

©Michiel Devijver en Iedereen Leest

Ook Jeugdboekenmaand-peter Dempsey Hendrickx komt binnengewaaid. Hij neemt plaats in de voorleesstoel, omringd door een stapel cadeaus. En dat pakjes volk aantrekken, weten we allemaal. Niet veel later zit voorleesman Dempsey dus tegenover zijn eerste klant. ‘Hier, kies maar een pakje. Dit? Of misschien die?’ Het meisje met baxter, glanzende ogen en gouden haren, kijkt verlegen naar het cadeau aan haar voeten. Ze opent het papier voorzichtig en tot haar verbazing bevat het niet één maar vier boeken. ‘Uit welk boek zal ik voorlezen?’, vraagt Dempsey vol enthousiasme. ‘Dolfje Weerwolfje? Of Grapman?’ Het wordt het laatste.

Dempsey begint: ‘Ik heet Nick en ik ben een heel gewone jongen, maar eigenlijk ben ik – trompetgeluid – grapman!’ Hij pauzeert even en kijkt naar het meisje: ‘Stel dat jij een superkracht kon kiezen, wat zou dat dan zijn?’ ‘Dansen’, zegt ze resoluut. ‘En wat gebeurt er als je danst?’ ‘Dan waaien de mensen weg!’ Dempsey vertelt verder: ‘Soms is het handig om grappig te zijn, maar soms ook lastig’... 

“Welke superkracht ik zou kiezen? Dansen. En als ik dans, waaien de mensen weg!”
©Michiel Devijver en Iedereen Leest

Enkele meters  verderop wordt een negenjarig meisje omgetoverd in een regenboogeenhoorn, en in het klaslokaal is er nog een held (of schurk?) in wording een masker aan het knutselen. Aline Michiels van UZA geniet ervan om de kinderen te zien genieten. Ze weet hoe dankbaar boeken en verhalen zijn. ‘We kunnen geen uren bezig zijn met elk kind, maar we hebben hier een kast waar de kinderen boeken kunnen uitlenen. Zo kunnen ze zich toch fijn bezighouden. We gaan ook regelmatig voorlezen op de kamers. Dat is steeds een ontwapenende binnenkomer. Kinderen moeten zich niet moe maken en krijgen er toch veel voor terug.’ ‘We vertellen ook vaak verhaaltjes aan de kinderen tijdens hun behandeling’, voegt collega Lotte Marnef toe. ‘Dan zeggen we bijvoorbeeld dat ze met hun voeten in de zee staan wanneer ze een koude prik krijgen.’ 

Appelblauwzeegroene hond

©Michiel Devijver en Iedereen Leest

Voor Fatinha was zo’n verhaal waarmee ze even naar een magische plek kon reizen Where the wild things are van Maurice Sendak, over een jongen die in een bos belandt, met een boot zeilt, monsters tegenkomt om dan weer terug te keren naar de keukentafel. Zo heeft ieder kind een persoonlijk heldenverhaal. En daarom besluit Fatinha – nadat haar raamtekening voltooid is - om op zoek te gaan naar wat elk kind bijzonder maakt en dat te tekenen op een button.

‘Welke dieren hebben jullie graag?’ vraagt ze aan twee broertjes. 'En wat zijn jullie lievelingskleuren?’ ‘Een hond en appelblauwzeegroen’, antwoord de oudste. Voor zijn broer mag het een flamingo zijn. Trots strekken ze hun rug wanneer ze hun button opgespeld krijgen.

©Michiel Devijver en Iedereen Leest

Ook een klein, fijn meisje transformeert in een echte superheldin als ze naar de button kijkt die Fatinha voor haar gemaakt heeft. ‘Dit ben ik, mét rode lipjes!’, zegt ze stralend. Ze wandelt door de gang langs een grote raamtekening vol dieren, die illustrator Tom Schoonooghe aan het afwerken is. Hij zet een paar stappen achteruit, bekijkt zijn illustratie, en tekent er nog een vos bij. Die staat tussen een giraf, een varken, een vogel, een bij en nog reeks dierenvriendjes die Tom vandaag achterlaat.

‘De personages in boeken kunnen ook uitgroeien tot trouwe vrienden’, zegt Fatinha nog, ‘die je troosten en doen lachen.’ Ze kijkt een laatste keer rond - naar de geschminkte, lezende kinderen en de verplegers en dokters die elke dag hun eigen heldenverhaal waarmaken - waarna haar blik blijft hangen bij de pijl naar de uitgang, en ze met oude én nieuwe herinneringen de dag verder tegemoet treedt. 



Deel dit artikel:

Mis niets van Iedereen Leest