Getipt: een digitaal gedragen leesrevolutie?

Niels Bakker, literatuurwetenschapper met een specialisatie in empirische methodologie en onderzoeksspecialist bij Stichting Lezen en Vrije Universiteit Amsterdam, schrijft in zijn onderzoek over “een digitale (r )evolutie in het lezen van boeken” en dat is ook wat we in de wereld zien gebeuren. Maar die digitale wereld vraagt ook om een nieuwe blik op leesbevordering.

door stagiaire Amanda De Maeyer
© Simon Bequoye en Iedereen Leest
Veel boeken, websites en blogs brengen informatie over lezen en leesbevordering. Medewerkers van Iedereen Leest tippen in de reeks ‘Getipt’ interessante vakliteratuur en online referenties. Een reeks vol food for thought. Dit boek kan je ook raadplegen in de vakbibliotheek van Iedereen Leest.

“De kinderen kunnen het aan…”

Verschillende onderzoeken kwamen tot de conclusie dat jongeren beter lezen op papier dan via een digitaal medium. Hun leesbegrip kan namelijk zes tot acht keer meer gestimuleerd worden via de klassieke papieren weg. Toch zijn jongeren degene die het meest in contact komen met digitale schermen. Hierdoor ontstaat een soort tweespalt voor leesbevorderaars: omarmen ze de nog ietwat mysterieuze wereld van digitaal lezen? Of klampen ze zich vast aan het papieren boek en hopen ze dat de technologische wind niet nodeloos aan hen voorbijgaat? Al deze zaken liggen aan de basis van Digitaal lezen, anders lezen?, het proefstuk van Niels Bakker uit 2024 voor Stichting Lezen en Vrije Universiteit Amsterdam.

© Michiel Devijver en Iedereen Leest

Meestal wordt de negatieve kant van digitaal lezen in de kijker gezet, maar toch omringt het ons overal. De mogelijkheid om digitaal te lezen maakt lezen op zich toegankelijker. Misschien is het dan ook belangrijk om in te zetten op de voordelen van deze nieuwe ontwikkeling, eerder dan enkel nostalgisch terug te blikken op de goede oude tijd waarin het gedrukte boek primeerde.  “De kinderen kunnen het aan, het zijn de volwassenen die bang zijn”, zo schrijft Bakker in zijn werk. Jongere generaties zijn opgegroeid als digital natives en vinden wellicht beter hun weg in de digitale leeswereld met minder nood aan instructie. Hoe ziet die digitale leeswereld eruit en hoe kunnen we ervoor zorgen dat we (als leesbevorderaars) de juiste tools op de juiste manieren inzetten?

Minder lineair, wel verbonden

Digitale apparaten kunnen verschillende taken tegelijk uitvoeren, maar kunnen mensen dat ook? Onderzoek wees uit dat taskswitchen (mediamultitasken) de grootste boosdoener is voor het leesbegrip. Je bent bijvoorbeeld bezig met het lezen van een e-book op je tablet wanneer je een melding krijgt van de weer-app. Je klikt daarop om te kijken of je straks al dan niet een regenjas moet aandoen, om daarna weer te beginnen lezen na een korte onderbreking. Hierdoor wordt het lezen veel minder lineair, “met als gevolg minder concentratie, onderdompeling en begrip”, aldus Bakker. Veel digitale lezers grijpen om deze effecten te vermijden naar een e-reader, aangezien die de meest klassieke leeservaring oplevert met minder extra functionaliteiten. Toch is het een interessante ontwikkeling dat sommige nieuwe e-readers meer op tablets zijn gaan lijken; ze hebben vaak een kleurenscherm en kunnen op het internet. Daaruit rijzen vragen zoals: zouden de technologische extra’s ook een verrijking kunnen brengen aan het leer- of leesproces? Daar zijn leesbevorderaars nu sterk mee aan het sleutelen.

In het onderwijs

© Simon Bequoye en PRO Lezen

Eén van de bijkomende vragen is: verdienen die digitale vernieuwingen een plek in het onderwijs? Digitale media worden in stijgende lijn ingezet in het onderwijs. Na de laptop en computer, zijn ook het gebruik van smartphone en tablet in opmars. “Ruim drie op de tien docenten in het basis en voortgezet onderwijs laat leerlingen met enige regelmaat klassikaal werken met een digitale voorziening zoals de tablet of de mobiele telefoon”, stelt Bakker.  De achterliggende gedachte hierbij is dat de digitale functionaliteiten van een tablet voor positieve en betekenisvolle leerervaringen kunnen zorgen. De motivatie om te leren zou een impuls krijgen door het gebruik van digitale media in de klas en zo de leerprestaties verbeteren. Het empirische onderzoek hiernaar is nog te schaars om vaststaande conclusies te trekken, maar de hypotheses klinken wel gunstig volgens Bakker: “De aantrekking tot het ene object – digitale media – kan dan de aantrekking tot het andere object – het lezen van boeken van digitale media – faciliteren.” Daarmee gaat de onderzoeker ervan uit dat jongeren een bepaalde interesse of aanleg hebben voor digitale media, die veel sterker is dan vorige generaties.

Gerelateerde inhoud

“Door in te zetten op digitaal bewustzijn én diep lezen, zetten leesbevorderaars aanvullende technologische mogelijkheden in zonder de flow van het lezen te onderbreken.”

Uit het onderzoek van Bakker blijkt dat taskswitchen naar ‘gerelateerde inhoud’ de leeservaring van het apparaat positief beïnvloedt. Je leest bijvoorbeeld een boek, begrijpt een bepaald woord niet en zoekt dit op in een online woordenboek. Dan doe je hier aan taskswitchen, maar de inhoud blijft wel strikt gerelateerd aan de oorspronkelijke bron. Als er zo’n inhoudelijke relatie bestaat tussen de tekst en de tweede “taak”, kan het taskswitchen zelfs gunstig uitpakken voor het diep lezen. Als je een tekst grondig wil lezen, moet je eigenlijk ook een grote woordenschat hebben, anders gaan er misschien lagen verloren. Op een manier is een papieren boek dan eerder beperkend omdat je daar niet even snel de definitie van een begrip kan opzoeken. Stichting Lezen schrijft in 2020 dat leesbevorderaars meer moeten inzetten op het creëren van digitaal bewuste en competente lezers. Door deze beide strategieën te combineren zet je de bijkomende (technologische) mogelijkheden van het apparaat in zonder de flow van het lezen te onderbreken. Bij deze manier van digitaal lezen kan er ondanks het taskswitchen dus toch een vorm van diep lezen optreden, die te weinig wordt belicht.

© Simon Bequoye en PRO Lezen

Leg de (hyper)link

Digitale media kunnen geschreven verhalen interactiever maken, maar daarbij is de dosering heel belangrijk. Onderzoek wijst uit dat multimediale extra’s de taalontwikkeling van peuters en kleuters stimuleren, mits de correcte balans, stelt Bakker. Voor oudere kinderen, jongeren en volwassenen is het onderzoeksveld gering. Er werd wel al onderzoek gedaan naar het mogelijke effect van hyperlinks op jongvolwassenen. Daaruit bleek dat de interactiviteit in een met hyperlinks verrijkt verhaal niet per se de kans op diep lezen verkleint. Verrijkte digitale boeken bieden dan ook nieuwe mogelijkheden om het lezen te bevorderen. In andere contexten worden jongeren voortdurend geconfronteerd met multimediale en interactieve vertelmiddelen zoals luisterfragmenten, bewegende beelden, achtergrondmuziek, woordenboeken, spelletjes en quizzen. Uit een meta-analyse door Takacs, Swart en Bus (2015) konden zij afleiden dat zulke extra’s een meerwaarde hebben: ze vergroten de woordenschat en het taalbegrip bij jonge kinderen. Bakker keek of dit ook opgaat voor oudere kinderen en jongeren, en vond daarbij twee experimentele onderzoeken:

Er bestaan verschillen tussen het lezen van verhalen van het scherm met en zonder multimediale en interactieve verrijkingen, en dit is niet alleen bij jonge kinderen (Takacs, Swart, & Bus, 2015), maar ook bij jongvolwassenen het geval. De uitkomsten illustreren dat het effect positief is bij een verhaal dat is voorzien van hyperlinks naar inhoudelijk gerelateerde bronnen op internet, en waarbij de hyperlinks bovendien gedoseerd zijn toegepast. Dit is in lijn met studies naar digitale prentenboeken voor jonge kinderen, die uitwijzen dat interactiviteit gunstig uitpakt bij een inhoudelijke relatie met het verhaal en een dosering van spel-, quiz- en andere interactieve elementen.

Toch is er ook een risico bij hypertekstlezen, want er is een hogere kans op cognitieve overload. Gebruikers voeren twee taken tegelijkertijd uit: lezen en alles wat hierbij komt kijken, maar ook welke ‘route’ ze willen volgen. Klik je als lezer al dan niet op een bepaalde link? Om cognitieve overload te voorkomen zijn er restricties nodig op het aantal hyperlinks en ook afspraken nodig over de structuur. De hyperlinks zouden de inleving in de verhaalwereld dus kunnen verzwakken of versterken. De hypothese is dat minder gemotiveerde lezers, die minder affiniteit hebben met verhaalboeken en romans, door de digitale verrijking op een andere manier geprikkeld worden en daardoor dus aandachtiger lezen. Dit wordt uiteindelijk ook grotendeels bevestigd in de resultaten van Bakkers onderzoek.

Samen staan we sterk

De laatste jaren worden er vaak pogingen gedaan om digitaal en klassiek lezen te verenigen. Zo schreven Nederlandse auteurs onder het leesbevorderingsproject Readification een verhaal bij een bestaande game, met als doel om gamende jongeren te verleiden tot lezen. Uit het bijhorende onderzoek bleek evenwel dat slechts een kwart van de jongeren tussen 15-18 jaar de verhalen effectief uitlas. De effecten zijn dus nog niet helemaal zoals gewenst. Toch gaven de jongeren een hoog waarderingscijfer aan de verhalen omdat de videobeelden, geluidsfragmenten en de soepele navigatie in de smaak viel (Stichting lezen, 2024).

© Simon Bequoye en Iedereen Leest

Ook dichter bij huis worden stappen gezet om digitaal lezen in combinatie met lezen op papier aan te bieden. Zo engageren verschillende bibliotheken zich voor een proeftraject van Cultuurconnect i.s.m. Iedereen Leest rond e-boeken binnen de Leesjury voor groepen 5 en 6. Daarbij wordt onderzocht hoe de beschikbare e-boeken gebruikt worden door de jongeren van de Leesjury.  

Dit zijn dan ook het soort projecten die de toekomst van leesbevordering mee kunnen vormgeven. Ja, digitaal lezen vereist bepaalde aandachtspunten om niet tot negatieve effecten te komen, maar het biedt ook een reeks positieve aspecten. Net daarom willen onderzoekers en leesbevorderaars lezen op papier en digitaal lezen te verenigen in één gemeenschappelijk doel: het leesniveau en de leesmotivatie aansterken. Door werken als die van Niels Bakker en onderzoek naar hyperlinks en taskswitching, brengen we de digitale leeswereld verder in kaart. Daardoor kunnen we dan ook ons arsenaal aan leesbevorderingstools aanpassen aan de jonge generatie digital natives


REEKS: Getipt

Veel boeken, websites en blogs brengen informatie over lezen en leesbevordering. Medewerkers van Iedereen Leest tippen in deze reeks interessante vakliteratuur en online referenties. Een reeks vol food for thought.

Pijler
Mis niets van Iedereen Leest