Leerkracht Marijke Jordens leest voor in het secundair
Voorleesbuddy’s zijn onmisbaar. Want wat zijn we zonder de vele ouders, leerkrachten, kinderbegeleiders, vrijwilligers en vrienden die hun liefde voor het lezen delen? In deze reeks vertellen enkele buddy’s over hun drijfveren, de mooie verhalen die ze tegenkomen en de sterke band die voorlezen smeedt. Deze aflevering: Marijke Jordens, leerkracht Nederlands in de tweede graad van Broederschool Hiëronymus in Stekene.
‘Ik geef Nederlands en Engels aan de tweede graad. Leerlingen van die leeftijd hebben niet altijd de beste reputatie en ik worstel ook weleens met deze naar puberzweet ruikende jongelui. Hen enthousiasmeren voor het vak Nederlands is een hele klus, hen warm maken om een boek te lezen een mogelijks nog grotere uitdaging. Drie jaar geleden besloot ik het daarom anders aan te pakken. Als ik wou dat ze een boek zouden lezen, moest dat (deels) in de klas gebeuren. Lezen zou geen verplichting zijn, maar iets dat we samen deden. Zo ontstond een wekelijks voorleesmoment: elke maandag starten we de week met een nieuw hoofdstuk, dat ik ongeveer een kwartiertje voorlees. Toetsen mogen sindsdien trouwens nooit meer op maandag ingepland worden, anders moeten ze een dag langer wachten op het vervolg.’
“Mijn doel is om één boek per semester voor te lezen. Momenteel lezen we Niets was alles wat hij zei van Nic Balthazar. Het is intussen al meer dan twintig jaar oud, maar naar mijn mening nog altijd geschikt voor mijn pubers uit het vierde middelbaar. Ook Ben X: Niet was alles wat hij zei sloeg goed aan. Voorlezen kan ook een goede gespreksstarter zijn om moeilijke onderwerpen aan te kaarten. Ben X gaat over pesten, gamen, autisme... allemaal onderwerpen die aansluiten bij hun leefwereld. Vandaag moest een leerling bijvoorbeeld huilen tijdens het voorleesmoment; het thema raakte duidelijk een gevoelige snaar. Klasgenoten begonnen haar daarna direct te troosten en na de les nam ze even de tijd om met mij een babbeltje te slaan.’
“Voorlezen kan ook een goede gespreksstarter zijn om moeilijke onderwerpen aan te kaarten. 'Ben X' gaat over pesten, gamen, autisme... allemaal onderwerpen die aansluiten bij hun leefwereld.”
Maandagochtend
‘Een vast voorleesmoment in de week werkt goed: op maandagochtend zorgt het voor een rustige start van de week. Ik lees zelf het liefst aan het begin van de les voor omdat ik het moeilijk vind om in te schatten hoe lang een fragment duurt, of ze nog vragen hebben en bepaalde zaken willen nabespreken. De leerlingen vragen er zelfs naar, bijvoorbeeld als een maandag wegvalt door een verlengd weekend. Misschien vinden ze het leuk omwille van het verhaal, of gewoon omdat het een korte onderbreking is van de les. Maar ook dat is prima, want lezen wordt zo iets leuks en spannends in plaats van een “moetje”.’
‘Ook op andere momenten verras ik hen soms door een kortverhaal voor te lezen of passages die bij de les aansluiten. Na de paasvakantie schakel ik over op kortere verhalen, zoals de mythe van Persephone, het sprookje van Vrouw Holle of de sage van de Lange Wapper. De teksten mogen niet te lang zijn, 10 à 15 minuten voorlezen is ideaal.’
‘Met het wekelijkse voorleesmoment hoop ik dat de leerlingen zich meer openstellen voor literatuur. Sommigen experimenteren nu bijvoorbeeld met luisterboeken, waardoor ze op een andere manier ook met literatuur bezig te zijn. Dat kunnen ze tussendoor doen, op de fiets, tijdens het lopen… Ik heb zelfs al horen zeggen dat “boeken misschien toch niet zó erg zijn”. Het lukt niet altijd en voor iedereen, maar het kleine succes motiveert mij om door te zetten en me niet te veel zorgen te maken over de ‘verloren' lestijd.’
Expressief
‘Ik heb zelf warme herinneringen aan mijn ouders die voorlazen. Ik kroop bij mijn jongere zus in bed om alle verhalen die ik al zo goed kende toch nog eens te horen. Zelf heb ik nog geen kinderen, maar ik oefen enthousiast op mijn neefjes en nichtjes, én op mijn leerlingen. Vroeger heb ik altijd toneel gespeeld en voorlezen aan hen, of in de klas, voelt soms als mijn wekelijkse dramales. (lacht) Met stemmetjes, geroep, gefluister en veel handgebaren breng ik de verhalen tot leven. Ook voor de jongeren doe ik dat zo expressief mogelijk. Het lijkt misschien kinderachtig, maar het helpt om het verhaal over te brengen. Hoe enthousiaster je zelf bent, hoe groter het enthousiasme bij de leerlingen.’
‘Laat je dus niet afschrikken door de soms moeilijke doelgroep. Voorlezen is ook voor jongeren heel interessant. De ene week verloopt beter dan de andere, maar ik blijf volhouden - al is het maar voor die zalig rustige start van de week. En wanneer je ze wél meekrijgt, is dat heerlijk om te zien. Het geeft veel voldoening om leerlingen spontaan over boeken te horen praten. Soms zijn ze bijvoorbeeld compleet verrast door het einde van een verhaal en dat levert fijne gesprekken op. Lezen wordt zo iets dat we samen beleven in plaats van een individuele ervaring. De winst is soms niet meteen zichtbaar, maar op langere termijn leren de leerlingen zoveel uit lezen.’
VOORLEESTIPS VAN MARIJKE
- Durf experimenteren met boeken en verhalen
‘Het duurt soms even voor je een geschikt boek hebt gevonden. Probeer, varieer en geef niet te snel op: niet elke groep reageert hetzelfde, maar je kunt altijd een geschikt verhaal vinden. Ik begon met boekenweeksgeschenk De Eerlijke vinder van Lize Spit. Ik vond het zelf super, maar het was geen succes. Het ging te traag, geplitst over tien weken, maar ik zag dat de leerlingen het wel leuk vonden om te luisteren. Dat wou ik verderzetten, dus ging ik op zoek naar korte boekjes, zoas Ben X van Nic Balthazar en De Hond van Roosevelt van Aline Sax, wat wel goed werkte.’ - Breng afwisseling in het voorleesmoment
‘Lees niet altijd op dezelfde manier. Scan eens een hoofdstuk in en projecteer het zodat ze kunnen volgen via de beamer of kopieer eens een paar pagina's en laat hen meelezen op papier. Zo speel je in op hun soms beperkte aandachtsspanne en hou je iedereen mee.’ - Begin klein
‘Je hoeft niet meteen een volledige roman te kiezen. Kortverhalen, sprookjes, mythes of losse fragmenten zijn goede instapmaterialen. Op die manier kun je nagaan of het jou - en de leerlingen - ligt. Geef jezelf de tijd om te groeien en hiermee te experimenteren.’ - Koppel geen evaluatie aan het voorleesmoment
‘Zodra er punten aan vasthangen, wordt lezen opnieuw een “moetje”. Ik wil net aantonen dat het een ontspannend moment is om van te genieten. Wel laat ik de leerlingen na het voorlezen kort reflecteren: ze schrijven in één woord of zin op wat hen is bijgebleven. Zo stimuleer ik ze om na te denken zonder druk, en hebben ze meteen notities voor een klasgesprek achteraf.’
REEKS: Voorleesbuddy's
Voorleesbuddy’s zijn onmisbaar. Want wat zijn we zonder de vele ouders, leerkrachten, kinderbegeleiders, vrijwilligers en vrienden die hun liefde voor het lezen delen? In deze reeks vertellen enkele buddy’s over hun drijfveren, de mooie verhalen die ze tegenkomen en de sterke band die voorlezen smeedt.