De voorleesboekenkast van Saar Steverlinck

In de reeks ‘De voorleesboekenkast’ gaan we op bezoek bij enthousiaste voorlezers en hun kinderen. Wat zijn hun favoriete voorleesboeken? Hoe ziet hun voorleesritueel eruit? In deze aflevering duiken wij in de voorleesboekenkast van Saar Steverlinck (@saar_leest), lector taal aan Hogeschool PXL en haar zonen van tien en van acht.

© Michiel Devijver | Iedereen Leest
© Michiel Devijver | Iedereen Leest

‘De twee jongens zijn allebei heel sterk in technisch lezen, maar de oudste is ook een “echte lezer”. We moeten erop letten dat hij genoeg slaap krijgt, want hij zou blijven lezen. Vaak grijpt hij ook naar boeken die inhoudelijk uitdagender zijn dan wat er bij zijn leefwereld aansluit. Het is soms zoeken naar een evenwicht tussen wat hij technisch al kan en wat inhoudelijk lukt en past. Bij de jongste is het niet altijd gemakkelijk om iets te vinden wat hij leuk vindt. Ik reik hem heel veel aan, maar het pakt niet altijd.’

“Toen ze klein waren, wist ik dat het wel zou lukken. De meeste kleuters vinden het leuk om voorgelezen te worden. Nu komt het uitdagende stuk.”

‘Zelf ben ik een megagrote lezer. Als kind kon ik uren op mijn kamer zitten lezen. Ik hoopte natuurlijk dat ik de microbe zou overdragen op mijn kinderen. Toen ze klein waren, wist ik dat het wel zou lukken. De meeste kleuters vinden het leuk om voorgelezen te worden. Nu komt het uitdagende stuk. Ik ben dus blij dat het leesplezier voorlopig blijft duren. Als ik samen met mijn zonen in de bib sta, voelt het soms wel als een droom die is uitgekomen.’ 

© Michiel Devijver | Iedereen Leest

Het is bijzonder als ze enthousiast zijn over boeken die ik vroeger ook graag las. Helaas lukt dat niet zo vaak - nostalgie is niet de beste raadgever - maar met Harry Potter heeft het toch gepakt. Rond de auteur is er nu wat controverse, dus ik zat ermee gewrongen om haar boeken te promoten, maar de oudste heeft rond zijn achtste op een paar maanden tijd alle Harry Potters verslonden. Ik dacht dat hij te jong was en het eng zou vinden - zeker naarmate de reeks vordert, worden de verhalen donkerder - maar hij vond ze fantastisch, net als ik vroeger. Dat de auteur nadien heel wat betwijfelbare dingen heeft gedaan, probeer ik hem dan ook wel te vertellen zodat hij die context mee heeft.

(Voor)lezen in bed

“Wanneer we op vakantie gaan met alle neefjes en nichtjes lees ik ook altijd voor. Iedereen verzamelt dan in één slaapkamer, zelfs de oudste van 13.”

‘Vroeger las ik elke avond voor. Vandaag doe ik dat nog twee à drie keer per week. Vaak zijn dat informatieve prentenboeken, maar ook de hele reeks van Vos van Daan Remmerts de Vries vinden de jongens nog altijd superleuk. Strikt genomen zijn ze te oud voor die reeks maar ze begrijpen de veellagige humor nu meteen. Wanneer we op vakantie gaan met alle neefjes en nichtjes lees ik ook altijd voor. Iedereen verzamelt dan in één slaapkamer, zelfs de oudste van 13. Heel gezellig!’

© Michiel Devijver | Iedereen Leest

Daarnaast lezen de kinderen elke avond zelf in bed terwijl ik naast hen lig. Bij de jongste volg ik het verhaal mee en stel ik af en toe een vraag om te kijken of hij alles goed heeft begrepen. Technisch is hij heel sterk maar zijn verhaalbegrip kan ik nog niet altijd goed inschatten. Zo probeer ik hem te ondersteunen. De oudste leest op zichzelf. We hebben allebei een e-reader met een Storytel-abonnement en ik lig dan gezellig naast hem in mijn eigen boek te lezen. Veel ondersteuning heeft hij niet nodig. Momenteel leest hij Percy Jackson en de Olympiërs van Rick Riordan - hij is helemaal fan van mythologie. Hij vraagt weleens wat een bepaald begrip betekent. Bij Harry Potter probeerde hij me soms te ontfutselen hoe het verhaal zou aflopen. Toen heb ik de regel ingevoerd dat hij per boek één vraag mocht stellen (lacht).’

Drie bibkaarten

© Michiel Devijver | Iedereen Leest

‘We zijn lid van drie bibliotheken: de plaatselijke bib, de bib van een dorp verder en de Provinciale Bibliotheek van Hasselt. Een keer per week ga ik samen met de jongens naar de bib. Daarnaast stap ik twee à drie keer per week tijdens mijn middagpauze binnen in de bib van Hasselt. De Provinciale bib ligt vlak bij Hogeschool PXL, waar ik lesgeef aan de lerarenopleiding. Voor mij is het een handige manier om als docent kleuteronderwijs op de hoogte te blijven van het recente aanbod voor kleuters. Gelukkig zijn prentenboeken niet zo dik, zo blijft het haalbaar om bij te blijven. Met drie lidmaatschappen is het een hele organisatie om al die boeken goed gescheiden te houden. Het gebeurt vaak dat ik een boek van de ene bib inlever in de andere.’

Informatieve kinderboeken

“Informatieve prentenboeken met korte verhalen zijn ideaal voor als je weinig tijd hebt om voor te lezen. Je slaat het ergens open en leest een kort stukje. Wat ik vroeger soms moeilijk vond, was wanneer ik zelf niks wist over het onderwerp. Maar die gedachte heb ik leren loslaten.”

‘Ik koop ook veel kinderboeken: prentenboeken voor het werk en voor de jongens informatieve boeken. Informatieve prentenboeken met korte verhalen zijn ideaal voor als je weinig tijd hebt om voor te lezen. Je slaat het ergens open en leest een kort stukje. Wat ik vroeger soms moeilijk vond, was wanneer ik zelf niks wist over het onderwerp. Maar die gedachte heb ik leren loslaten. Ik probeer me nu op hun niveau te zetten en samen verwonderd te zijn. Heel vaak kan ik sowieso wel linken leggen naar thema’s waar ik wel iets van afweet. Het enige wat bij ons niet landt, zijn boeken over ruimtevaart. De jongens stellen daar zoveel vragen over, maar ik voel dat ik dat niet goed kan overbrengen. Ik houd er ook niet van om er voortdurend mijn gsm bij te halen omdat ze weer een vraag hebben die ik niet kan beantwoorden.’

Eerlijke boeken over afscheid

‘Toen ik zeventien was, is mijn papa heel plots gestorven. Vanaf dan ben ik op zoek gegaan naar verhalen over rouw waarin ik mij kon herkennen. Het thema blijft mijn aandacht trekken. Wat ik soms mis, is een goed boek voor adolescenten. Er bestaat heel veel voor kleuters en ook voor volwassenen, maar een niet al te bombastisch boek over hoe het is om als tiener een ouder te verliezen, heb ik nog niet echt gevonden.’ 

© Michiel Devijver | Iedereen Leest

‘In kinderboeken over rouw en verlies vind ik het fijn als ze eerlijke info geven. Uitspraken als “hij is een sterretje geworden” zal ik nooit doen. Veel van die boeken zijn heel poëtisch, maar ik vind ze daardoor eerder geschikt voor volwassenen die een prentenboek over rouw zoeken. Als verdriet op bezoek komt van Eva Eland, is literair bijvoorbeeld heel mooi, maar als kleuter kun je daar niet zoveel mee. Voor hen zou ik iets kiezen als Vogel is dood van Tiny Fisscher. Dat is een rouwverhaal op kindermaat, in een heldere taal, zonder metaforen.’

Ideeën voor ouders uit de klaspraktijk

‘In mijn vak leer ik kleuterleraren in spe hoe ze met boeken aan de slag kunnen in de klas. Dat is een heel andere opdracht dan die van ouders. Leerkrachten moeten gaan voor kwalitatief rijke prentenboeken. Ouders mogen kiezen waar ze zich zelf comfortabel bij voelen. Er is helemaal niets mis mee om als ouder een meer commerciële keuze te maken. Wat ik wel vaak hoor van ouders is dat hun kind weinig concentratie heeft en de hele tijd rechtstaat bij het voorlezen. Ze trekken daar soms te snel de conclusie uit dat hun kind niet graag naar verhalen luistert. Dan zou ik toch willen pleiten om niet te snel op te geven. Voorgelezen worden is iets wat je moet oefenen. Zeker nu kinderen van jonge leeftijd zoveel schermen gewend zijn, hebben ze het soms moeilijk met een traag medium als boeken.’

“Wat ik vaak hoor van ouders is dat hun kind weinig concentratie heeft en de hele tijd rechtstaat bij het voorlezen. Ze trekken daar soms te snel de conclusie uit dat hun kind niet graag naar verhalen luistert. Dan zou ik toch willen pleiten om niet te snel op te geven. Voorgelezen worden is iets wat je moet oefenen.”

‘Nog een goede tip uit de klaspraktijk: als de woordenschat nog te moeilijk is voor je kind kan je het verhaal de eerste keren in je eigen woorden te vertellen. Maar als je kind de essentie van het verhaal begrijpt, kun je best wel boekentaal gaan gebruiken. Zo leert het woordenschat kennen waarmee het anders nooit in aanraking zou komen.’

Met stemmetjes

© Michiel Devijver | Iedereen Leest

‘Ik lees regelmatig voor aan kleuters in de bibliotheek van Herk-de-Stad. Zeker nu mijn kinderen de typische prentenboeken zijn ontgroeid, vind ik het fijn om dat te blijven doen. Het houdt me ook kort bij de klaspraktijk waar mijn eigen studenten in terechtkomen. Daarnaast is het mijn manier om iets te doen voor mijn omgeving en dat doe ik natuurlijk liefst met een talent.’

‘Ook mijn studenten in de klas lees ik voor. Ik begin elke les met een prentenboek. Op dat moment moeten de laptops dicht. De studenten vinden dat fijn en voor mij is het een manier om hen te laten kennismaken met het aanbod. Ik demonstreer ook telkens hoe ik een luistervraag zou bedenken bij dat boek.’

“Om stemmetjes te gebruiken of lelijke gezichten te durven trekken, mag je jezelf niet al te serieus nemen. Als je dan veel bezig bent met hoe je overkomt - wat op de leeftijd van mijn studenten vaak zo is - is dat niet gemakkelijk.”

‘Over het algemeen denk ik dat studenten mijn lessen rond taalverwerving en lezen leuk vinden, maar velen vinden het heel spannend om te moeten voorlezen. Om stemmetjes te gebruiken of lelijke gezichten te durven trekken, mag je jezelf niet al te serieus nemen. Als je dan veel bezig bent met hoe je overkomt - wat op die leeftijd vaak zo is - is dat niet gemakkelijk. Zelf kan ik dat tijdens het voorlezen gemakkelijk loslaten. Ik durf me te laten gaan. Mijn beste stemmetje is de hermietkreeft uit Vandaag houd ik mijn spreekbeurt over de anaconda van Bibi Dumon Tak. Daar hebben onze kinderen de eerste keer echt tranen met tuiten mee gelachen.’

5 TIPS VAN SAAR

© Michiel Devijver | Iedereen Leest
  • Hoe maak je dat? van Pieter Gaudesaboos: ‘Dit boek geeft een antwoord op de vragen die mijn kinderen mij per definitie stellen, bijvoorbeeld of er plastic zit in kauwgom.’
  • Wie zit in de gevangenis? van Charlotte Colman: ‘Mijn broer is rechter. Dit boek helpt om die leefwereld tastbaarder te maken. Via het nieuws krijgen we vaak een eenzijdig beeld van het gevangeniswezen, dit boek geeft een meer genuanceerde blik.’
  • De bizarre verhuizing van mevrouw Millers villa van Dave Eggers: ‘Een waargebeurd verhaal over een vrouw uit Idaho die haar hele huis verplaatst omdat haar varkens voor geuroverlast zorgen. Ik lees er de jongens graag uit voor. Het is een prentenboek, maar de taal en context zijn best uitdagend - perfect voor de lagere school.’
  • Vos en Vis van Daan Remmerts de Vries: ‘De jongens zijn er fan van, maar ik gebruik het ook in de klas. Op mijn exemplaar hangen allemaal plakkertjes met luistervragen. Zo geef ik studenten het signaal dat ze het voorlezen moeten voorbereiden. Als je dat niet doet, ga je vragen stellen als “Welke kleur heeft de boot?” Dat wil ik vermijden. Een goede luistervraag bij dit verhaal is bijvoorbeeld: “Wie van de twee is er slim?” En dan kun je samen met de kleuters een lijstje maken met slimme dingen die Vis doet en die Vos doet.’
  • Dit boek is te piep voor jou van Brenda Froyen: ‘Dit boek is geschreven voor de eerste graad van de lagere school en leent zich tot een mix van zelf leren lezen en voorgelezen worden. Het is echt uniek in zijn aanpak.’

REEKS: De voorleesboekenkast

In de reeks 'De voorleesboekenkast' gaan we op bezoek bij enthousiaste voorlezers en hun kinderen. Wat zijn hun favoriete voorleesboeken? Hoe ziet hun voorleesritueel eruit?

Mis niets van Iedereen Leest