Praktijk in de kijker: dichten in de gevangenis

Wat als enkele schrijvers en gedetineerden elkaar ontmoeten? Ze samen een literaire wereld scheppen om stil te staan bij het belang van vrije meningsuiting? PEN Vlaanderen sloeg de handen in elkaar met de Rode Antraciet om het uit te testen. Iedereen Leest ging mee naar de gevangenis van Hasselt, waar dichters Amina Belôrf en Sven Cooremans de spits afbeten tijdens een proeflezing. Vol aandacht luisterde het publiek naar de kracht van woorden, die een weg bieden naar vrijheid, althans toch binnenin.

©Michiel Devijver en Iedereen Leest
©Michiel Devijver en Iedereen Leest

Het is een warme donderdagavond. In een van de hoogste zalen van de gevangenis van Hasselt bevindt zich een geïmproviseerd podium met een lege stoel. Het is een symbolische plek voor een van vele opgesloten schrijvers die PEN Vlaanderen bij elke lezing in gedachten houdt, zo licht medewerker Natalie Ariën toe. Want wie zijn mening durft te uiten, loopt vaak gevaar, maar mag niet vergeten worden. Om de stem van bedreigde en opgesloten auteurs hoorbaar te maken en te tonen welke krachtige woorden ze zelfs tijdens gevangenschap neerschrijven, organiseert PEN acties en evenementen samen met auteurs. Vanavond zijn dat dichters Sven Cooremans en Amina Belôrf, die een wereld van verhalen oproepen tijdens de eerste van een reeks schrijverslezingen in gevangenissen, die PEN Vlaanderen organiseert samen met de Rode Antraciet, een vzw die een sport- en cultuuraanbod voorziet in Vlaamse gevangenissen.  

‘Ik hoop dat er ook tijd is om vragen te stellen aan de gedetineerden, over hun leven bijvoorbeeld. Dat ze niet alleen moeten luisteren, maar ook zelf gehoord worden’, voegt Amina toe. Ze vindt het best spannend. ‘Ik heb nog nooit een lezing gegeven in een gevangenis, dus ik weet niet goed wat de sfeer zal zijn.’ Wanneer de eerste toehoorders binnenwandelen, is meteen duidelijk dat die sfeer wel goed zit. ‘Het is fijn om nog eens een culturele activiteit te beleven. Dat mogen ze vaker doen’, zegt een jonge vrouw, die verder nog het boek Aria van Nazanine Hozar wilt tippen. Iemand anders vertelt dat hij in de twee jaar dat hij in de gevangenis zit zelfs nog nooit zo’n activiteit meegemaakt heeft. Door corona, denkt hij. Wat hij dan wel doet? ‘Veel lezen. Nu ben ik bezig in De wereld van Sofie, maar ik was pas echt aangegrepen door Het dagboek van Anne Frank. Met dat verhaal wil ik iets doen als ik uit gevangenis kom.’ 

“Het is fijn om nog eens een culturele activiteit te beleven. Dat mogen ze vaker doen.”

Poëzie ademen

©Michiel Devijver en Iedereen Leest

Lezers of niet, iedereen is welkom voor een gesprek over taal en literatuur. Een twintigtal gedetineerden hadden zich bij de cultuurfunctionaris aangemeld om de activiteit bij te wonen. Veertien tekenen present. Na een inleiding van PEN-medewerker Natalie Ariën over het werk en doel van PEN Vlaanderen en de Turkse auteur Ahmet Altan, treedt Sven Cooremans naar voren. Hij zal ons meenemen door het leven van de Hongaarse dichter Miklos Radnoti (1909-1944), een leven dat van het begin tot einde getekend is door tragiek. ‘Het begint al bij Radnotis geboorte, wanneer zijn moeder en zijn tweelingbroer sterven. Op zijn twaalfde overlijdt ook zijn vader, waarna zijn stiefmoeder hem naar zijn nonkel stuurt.’  

‘Wow. Heftig’, klinkt het in het publiek. 

 

©Michiel Devijver en Iedereen Leest

‘Het leven doet moeilijk, maar Radnoti vindt houvast in zijn liefde voor literatuur’, gaat Sven verder. ‘En in de liefde voor zijn vrouw Fanni. Toch wordt het er niet makkelijker op. Zo heeft hij gestudeerd voor leerkracht, maar mag hij het beroep niet uitvoeren als Joodse Hongaar tijdens het Holocaust.’ En bij verbieden, hoort vaak ook verplichten. ‘In 1944 krijgt hij een oproepbrief om dwangarbeid te leveren in een kopermijn in Servië.’ Gezucht. ‘Radnoti neemt afscheid van zijn vrouw, die hij nooit meer zal zien. Ondervoed, op houten schoenen moet hij een spoorlijn helpen aanleggen. Alleen op zondag kan hij ademhalen. Dan is het tijd voor ontspanning en worden er gedichten voorgelezen. Radnoti schrijft ’s nachts ook zelf gedichten, maar hij maakt zich niet kenbaar als dichter. Te gevaarlijk.’ 

Mars

Ach, kon ik maar geloven       dat in het hart van het bestaan 

van wat ik koester nog een land is       om naar terug te gaan, 

waar op de oude veranda       van de bijen het gezoem 

rond de pruimenjam die afkoelt       nog net zo klinkt als toen, 

waar de stilte van de zomer       in de slaperige tuinen  

ligt te zonnen in gezelschap       van de vruchten in de kruinen, 

waar mijn Fanni staat te wachten       voor de haag haar lichtend blond, 

terwijl de voormiddag zijn schaduw       langzaam neerschrijft op de grond –  

maar met een maan zo rond als deze       kan al wat denkbaar is bestaan!  

Ga niet verder, vriend, maar schreeuw!       Doe me weer opstaan!  

Sven leest een fragment voor uit zijn vertaling van een gedicht van Radnoti. Die schreef het in Bor op 15 september 1944, de dag voordat zijn leven een cruciale wending nam. ‘Op 16 september worden de dwangarbeiders namelijk opgedeeld in twee groepen. De ene groep zal marcheren naar Hongarije en daar vrijgelaten worden. De andere groep moet nog een paar dagen wachten. Radnoti zit in de tweede groep, maar onderhandelt om toch mee te kunnen marcheren. Het blijkt een tragische keuze: wat hij dan nog niet weet, is dat groep twee even later bevrijd wordt en dat bijna iedereen het overleeft, terwijl de arbeiders in de eerste groep bijna allemaal onderweg het leven laten.’ 

‘Hij heeft zichzelf de dood in gejaagd’, zegt een van de toehoorders. ‘Wat een verkeerde keuze’, zucht een man naast hem. 

Sven vertelt ons over Radnoti's mars naar Hongarije: een tocht van een maand die hem helemaal uitput. ‘Hij zegt niets meer en schrijft enkel nog gedichten. Met enkele andere gevangenen wordt hij op een kar gegooid en naar het ziekenhuis gebracht. Maar niemand wil hen verzorgen. “Waarom breng je hen niet naar het bos en schiet je hen daar dan neer?”, werd er zelfs geopperd. Het klinkt onwezenlijk, maar dat is wat er inderdaad gebeurde: hij werd omgebracht in dat bos.’ 

“Zelfs met goede wandelschoenen en een stok had ik geen fut om gedichten te schrijven. Radnoti deed dat wel: hij schreef er vijf in het kamp en vijf onderweg. Als je zelfs in die omstandigheden vasthoudt aan je passie, dan ben je een dichter in hart en nieren. ”

Het publiek is helemaal meegetrokken in het verhaal en tegelijk doodstil. Al is het moeilijk om niet te reageren op zoiets wreeds. ‘Als je tot last bent, word je afgemaakt. Je mocht niets verkeerd doen of de mannen vonden het plezant en zeiden: knal!’, klinkt het.  

Aangegrepen door het leven en de gedichten van Radnoti, probeerde Sven zelf ook dichter bij die Hongaarse dichter te komen. Daarom vertaalde hij diens gedichten en deed hij de zware tocht over. ‘Zelfs met goede wandelschoenen en een stok had ik geen fut om gedichten te schrijven’, vertelt hij. ‘Radnoti deed dat wel: hij schreef er vijf in het kamp en vijf onderweg. Als je zelfs in die omstandigheden vasthoudt aan je passie, dan ben je een dichter in hart en nieren. Daarvoor heb ik eindeloos respect.’  

Vlucht en venster

©Michiel Devijver en Iedereen Leest

Het is even stil, waarna dichteres Amina Belôrf het podium betreedt. Ook voor haar is lezen en schrijven een uitlaatklep, al zo lang ze zich herinnert. ‘Op een bepaald moment werd het een soort vlucht en venster op de wereld. Als ik iets heftigs neerschreef, kon ik er afstand van nemen en het beter begrijpen. Het gaf rust, alsof het een therapeutische werking had.’  ‘Dan is het van u af’, herkent iemand in het publiek. 

‘Als kind van Marokkaanse gastarbeiders groeide ik op tussen twee culturen’, vervolgt Amina. ‘Schrijven was toen niet alleen een houvast, mijn liefde voor de taal is ook een redding geweest. Mijn ouders waren analfabeet en konden niet goed Nederlands, maar doordat ik graag met taal bezig was, verrijkte ik mijn woordenschat. Daardoor kan ik het nu ook opnemen voor mensen die een stem nodig hebben, maar de taal niet eigen zijn.’ 

Als kind deelde Amina de woorden die ze neerschreef met niemand. Toch besefte ze enkele jaren geleden dat daarin ook een kracht verscholen ligt. ‘Soms lees je zelfs iets dat je meedraagt voor de rest van je leven.’ Ze heeft het over een citaat dat ze op haar zestiende tegenkwam en nog steeds uit het hoofd kent: Maak van je pijn een stok om op te staan, een oog om te gaan zien. ‘Die zin heeft me doen beseffen dat ik kan leren uit mijn pijn en anderen een vorm van troost ermee kan bieden. Door mijn ervaringen te delen schaamde ik me ook minder ervoor, omdat andere mensen zichzelf erin herkennen. En het is een manier om taboes te doorbreken: juist als je schrijft over de dingen die verzwegen worden, gebeurt er iets magisch.’ 

“Soms lees je zelfs iets dat je meedraagt voor de rest van je leven. Bij mij was dat: 'Maak van je pijn een stok om op te staan, een oog om te gaan zien.' Die zin heeft me doen beseffen dat ik kan leren uit mijn pijn en anderen een vorm van troost ermee kan bieden. ”
©Michiel Devijver en Iedereen Leest

Werden zij ook al eens overvallen door de magie van literatuur?, vraagt Amina aan de gedetineerden. En wat lezen ze zoal? ‘Vooral true crime’, zegt iemand. ‘Ik heb onlangs De perfecte moord gelezen’, vertelt een andere man. ‘Een thriller.’ (lacht) Toch wil Amina het hebben over poëzie, haar grote liefde. ‘Poëzie draait minder om spanning, maar het bevat een kracht, een rauwheid, een schoonheid.’  

Ze neemt haar dichtbundel erbij, Zonder het licht te breken, om ons een bijzonder stuk voor te lezen. Dat is een heel persoonlijke brief aan haar vader, over haar jeugd tussen twee culturen in een land als België en de verrijkende zomervakanties in het Atlasgebergte. De woorden blijken herkenbaar voor enkele toeschouwers. ‘Tweedehandskleren, samen couscous eten… Als kind schaamde ik me daarvoor, maar nu is het een groot gemis’, zegt een jongeman. ‘Uit die momenten kan ik nog steeds kracht putten. En ze worden extra kostbaar als je iemand uit die herinneringen verloren bent.’  

Amina knikt. Of er nog tijd is voor één gedicht? ‘Wij hebben tijd. Wij gaan niet weg’, antwoordt iemand in de zaal. Waarop iedereen luidkeels begint te lachen.  

Iedereen Leest werkt samen met de Rode Antraciet rond het thema ‘lezen in detentie’. Deze lezing was een pilot voor een reeks auteurslezingen die PEN Vlaanderen en De Rode Antraciet samen in Vlaamse gevangenissen willen organiseren.   


Hoe kunnen we kinderen en volwassenen meer, beter of anders toeleiden naar lezen? Hoe kunnen we wie weinig of niet in contact komt met verhalen laten proeven van leesplezier? In deze reeks zoomt Iedereen Leest in op initiatieven die door hun laagdrempelige karakter anderen kunnen inspireren.


Deel dit artikel:

Mis niets van Iedereen Leest