De leeswereld van Fatima en Mohamed

Tijdens Jeugdboekenmaand brengen we kinder- en jeugdboeken onder de aandacht en wie kan daarover beter vertellen dan de jeugd zelf? In deze Leeswereld-special ontdek je de boekentips en leesroutines van tien kinderen en jongeren. Deze aflevering: Mohamed en Fatima Louzati.

door Matthias M.R. Declercq
 
©Michiel Devijver en Iedereen Leest
©Michiel Devijver en Iedereen Leest

‘En kijk hier!’, roept Mohamed. ‘De best betaalde Bollywoodacteur kreeg dat jaar 36,2 miljoen euro! Dat is veel geld, hé.’ Guinness World Records 2020 blijkt een onuitputtelijke bron aan weetjes. ‘Ze hebben ook 1924 zandkastelen naast elkaar gebouwd, lees ik.’ Mohamed is een man van negen jaar. Hij is kind aan huis in de wijkbibliotheek van het Antwerpse Kielpark, samen met zijn zus Fatima, die straks twaalf wordt. Haast elke dag maken ze hun huiswerk in de bib. Ze kennen er alle rekken en afdelingen uit het hoofd. ‘Ik ben gek op heldenverhalen!’, zegt Mohamed. ‘De strips van Captain America en Iron Man zijn mijn lievelingsstrips. Ze horen eigenlijk ook thuis in dit boek van de records, want ze hebben magische krachten.’

‘Mohamed houdt ook van de strips van Suske en Wiske’, zegt zus Fatima. Zij ging een tijd geleden op schoolreis naar het Suske en Wiske Museum in Kalmthout, en tipte haar broertje: ‘Dat is echt iets voor jou.’ Nu ligt De zappende ziel op tafel en zegt Mohamed, niet zonder trots: ‘Ik heb bijna alle Suske en Wiskes van de bib al gelezen!’

Oekraïne

©Michiel Devijver en Iedereen Leest

Anders dan de met helden bevolkte leeswereld van haar broer houdt Fatima meer van de realiteit, van boeken die uitleggen hoe de wereld nu precies in elkaar steekt. Fatima schuift Majoor Rosalie van de Franse auteur Timothée De Fombelle naar voren en leest de flaptekst voor: ‘1917. Rosalie is vijf jaar en heeft een geheime missie. Want hoewel het front ver weg is, wordt haar wereld door de oorlog bepaald. De meester leest heldhaftig klinkende krantenkoppen voor, en haar moeder hoopgevende brieven van vader, die moet meevechten. Maar Rosalie wil geen mooie verhaaltjes horen. Ze wil weten wat er echt in de brieven staat, over de verschrikkelijke oorlog en over hoe het met haar vader gaat. Dat kan ze alleen te weten komen als ze die rare tekens kan ontcijferen…’

“Mohamed: Onze juf heeft voorgelezen uit 'Rood. Of waarom pesten niet grappig is', maar omdat ze het boek niet kon uitlezen, heb ik het in de bib zelf uitgelezen.”

Fatima: ‘Op school hebben we geleerd over de Eerste Wereldoorlog. Dat moet heel erg geweest zijn voor de mensen die toen leefden. Ook voor de kinderen. In de bib ben ik op zoek gegaan naar boeken over dat onderwerp. Zo vond ik Majoor Rosalie. Door te lezen leer ik bij. Maar ik word ook triest als ik lees wat Rosalie en haar familie overkomt. Dan denk je ook aan de oorlog die nu bezig is. Dat moet erg zijn voor de mensen die in Oekraïne wonen, om zo bommen op je huis te krijgen van Rusland.’

Mohamed: ‘Kijk, de langste ketting van flesdoppen, 2130 meter lang.’

Fatima: ‘Ik lees ook boeken over pesten. Vandaag nog zag ik hoe een kindje op school werd gepest. Ze komt uit een ander land en werd scheef bekeken omdat ze andere kleren droeg. Ze spreekt ook geen Nederlands. Ik ben zelf ook een keer gepest door een meisje uit mijn klas. Ze pestte echt iedereen. Maar nu is het voorbij.’

Mohamed neemt er een boek bij: ‘Onze juf heeft voorgelezen uit dit boekje: Rood. Of waarom pesten niet grappig is (van Jan De Kinder). Omdat ze het boek niet kon uitlezen, heb ik het in de bib zelf uitgelezen. Ik draag ook een armbandje tegen pesten en heb stippen op mijn hand. Jan zegt nooit wat (van Willy Schuyesmans) gaat ook over pesten. En toen de juf had voorgelezen uit Het grote boek van Madelief (van Guus Kuijer) ben ik na de school snel naar hier gekomen om het einde te kennen!’

“Fatima: Lezen over echte dingen is leuk. Zoals over water. Ik ga ook lezen over diabetes, want niet zo lang geleden is er een meisje van mijn klas gestorven aan suikerziekte.”

Fatima: ‘Lezen over echte dingen is leuk. Zoals over water. Ik las eens dat de mens voor zestig procent uit water bestaat en bomen voor vijftig procent. Ik ga ook lezen over diabetes, want niet zo lang geleden is er een meisje van mijn klas gestorven aan suikerziekte. Ze heette Amina.’

Mohamed: ‘Haar broer zit bij mij in de klas. Amina was een heel leuk meisje.’

Fatima: ‘Omdat wij niet goed weten wat dat is, suikerziekte, gaat een verpleegster op school uitleggen waarom Amina gestorven is. Zij was altijd heel lief en had veel vriendinnen. Ik was ook een vriendin van haar.’

Valentijn

©Michiel Devijver en Iedereen Leest

Mohamed kreeg in februari nog ander leesvoer in handen. ‘Op Valentijnsdag heeft hij een briefje gekregen van een meisje!’, zegt Fatima. Mohamed lacht: ‘Dat is waar. Maar ik heb niet geantwoord. (lacht) Ik ben niet verliefd op haar.’ Fatima gniffelt. Twee handen op een buik. ‘Het was wel leuk om te lezen’, zegt Mohamed. ‘Maar alles is leuk om te lezen. Veel leuker dan naar films kijken. Want boeken zijn films in je hoofd, hé!’ Waarna hij verder bladert in het recordboek: ‘Ma jong, die pingpongpalet is zeker drie meter lang. Dat is toch veel te groot voor je handen!’



Deel dit artikel:

Mis niets van Iedereen Leest