36 scholen blikken terug op anderhalf jaar bouwen aan een kwalitatieve leesomgeving

Met 36 basis- en secundaire scholen waren ze, op de slotdagen van het Lezen Op School-traject van Iedereen Leest. Ze blikten terug op anderhalf jaar bouwen aan een kwalitatieve leesomgeving, onder begeleiding van Iedereen Leest en in samenwerking met de lokale bib en de pedagogische begeleidingsdienst. Tegelijkertijd tankten ze inspiratie voor de toekomst. Verdiep je in een uitgebreid verslag doorspekt met inspirerende praktijkvoorbeelden van de scholen.

door Fieke Van der Gucht
© Michiel Devijver en Iedereen Leest

In september 2020 lanceerde Iedereen Leest een open oproep voor scholen om zich kandidaat te stellen voor het traject ‘Samen bouwen aan een kwalitatieve leesomgeving op school’. Uit de 130 scholen die zich kandidaat stelden, werden 36 scholen gekozen uit heel Vlaanderen en Brussel: 24 basisscholen en 12 secundaire scholen. Sinds januari 2021 bedachten ze acties rond de zes bouwstenen van een kwalitatieve leesomgeving, voerden ze die uit en verankerden ze die in een leesbeleidsplan. In mei 2022, anderhalf jaar later, was het tijd om de koppen een laatste keer bij elkaar te steken. Tijdens drie slotdagen in de bib van Aalter, de bib van Lier en het ABC-huis in Brussel wisselden de scholen praktijkervaringen uit – de successen én de uitdagingen. Via workshops en een auteurslezing kregen ze bovendien extra inspiratie om het traject de volgende schooljaren zelfstandig verder te zetten.

Schema met de zes bouwstenen van een kwalitatieve leesomgeving - bron: Iedereen Leest

Inspirerende praktijkvoorbeelden

Ervaringen uitwisselen: daar keken de scholen naar uit op deze slotdagen. In een korte, visuele presentatie deelden scholen hun goede praktijkvoorbeelden. Daaruit destilleerden we een aantal korte en langere tips van zowel basis- als secundaire scholen. Bij elke tip staat op welke bouwstenen van een kwalitatieve leesomgeving (zie afbeelding) deze tip specifiek inspeelt. Wens je meer info over de praktijkvoorbeelden? Contacteer projectleider Simon Bequoye.

Bouwstenen: een divers en actueel boekenaanbod + betrekken van leerlingen en eigen team   

Secundaire school KOBOS (Kapelle-op-den-Bos) inspireerde leerlingen uit de hoogste 2 jaren met de leestips van bekenden op school (secretariaatsmedewerkers, leraren, technisch personeel…) en verzamelde ze op de site ‘Leestips uit eerste hand’. Boeken die werden getipt werden opvallend vaker gelezen door de leerlingen. De school overweegt om nu ook een gelijkaardige site op te zetten voor met tips voor de leerlingen uit de eerste 4 leerjaren.

Bouwstenen: een zichtbare (fysieke) leesomgeving + betrekken van leerlingen en eigen schoolteam   

Boekenkastjes gemaakt door leerlingen van VTI De Kering (Aalst)

De technische vaardigheden van aarzelende lezers inzetten om een fysieke leesomgeving uit te bouwen kan helpen om hun aan het lezen te krijgen. Dat ondervond VTI Centrum Leren en Werken – De Kering (Aalst). Hun leerlingen deeltijds onderwijs maakten kleine, eenvoudige, strakke boekenkastjes die ze ophingen in de klaslokalen – over veel ruimte beschikken de lokalen niet, laat staan dat de school een lokaal kan ‘opofferen’ aan een schoolbib.

© Michiel Devijver en Iedereen Leest


Het Sint-Godelieve-Instituut (Lennik) wilde zichzelf zichtbaar presenteren als een lezende secundaire school via een grote banner aan de school. Ze schreven een wedstrijd uit onder de leerlingen om die banner te ontwerpen. Het winnende ontwerp werd beloond met – hoe kan het ook anders – een boekenbon. In het schoolgebouw zelf richtte het team met behulp van de leerlingen een Leesbokaal in als centrale leesplek.

© Spectrumschool Deurne


GO! Spectrumschool (Deurne) investeerde in een wall of fame van lezers: van leerlingen over onderhoudspersoneel tot leraren. Je presenteert lezen en boeken zo als een zaak van de hele school én stimuleert ermee dat er vaker over lezen wordt gepraat. Zo bleek de poetshulp heel wat klassiekers in het Turks te lezen (zie afbeelding).

Bouwstenen: tijd en aandacht voor leesmotivatie + samenwerken met lokale partners   

Op zoek naar partners voor een samenwerking? De bib betrekken of auteurs en illustratoren uitnodigen is geweldig, maar soms kruist een verrassend partnerschap je pad als school.

Zo wordt de schoolbib van De Pluim (Hoboken) opengehouden door de ploeg van vzw Cockerillhof. Dat cohousingproject richt zich op jongeren met een verstandelijke beperking die op zoek waren naar een zinvolle dagbesteding. Ze scannen boeken in, labelen ze en houden toezicht als de leerlingen over de middag komen lezen.

Berkenboom Mozaïek (Sint-Niklaas), dat buitengewoon onderwijs biedt voor leerlingen ‘type basisaanbod’ en ‘type 9’, lieten zelfs levende dieren een handje toesteken in hun project ‘Beestig lezen’. Hun leerlingen lazen voor aan paarden in de weide of een hond in de leeskring. Het versterkt het zelfvertrouwen van de leerlingen in technisch lezen – een dier geeft nooit commentaar – en verhoogt zo hun leesplezier.

© Michiel Devijver en Iedereen Leest

In basisschool De Plataan (Merchtem) werkten alle leerjaren een week lang rond 1 boek per leerjaar. Hierdoor was er zichtbaar meer animo rond lezen in het hele schoolteam, wat het draagvlak versterkte om ook buiten deze projectweek in te zetten op lezen en leesbevordering. De projectweek werd bovendien afgesloten met een toonmoment op vrijdagnamiddag (zie afbeelding) waarop ouders werden uitgenodigd, want ook betrokken ouders zijn een belangrijke leespartner op school.

Bouwstenen: betrekken van eigen schoolteam + tijd en aandacht voor leesmotivatie   

Secundaire school OLV Hemelvaart (Brugge) wilde werken aan de leesmotivatie van haar team. Dat deden ze onder meer met een boekenblinddate op Valentijn. Elke collega die wilde, kon zijn of haar naam op een lijst zetten en voorkeuren opgeven - let wel: de voorkeuren voor een boek - zoals heerlijk romantisch of eerder schrikaanjagend, dik of dun ... Cupido zorgde dan voor een literaire vlam in het vakje van de leerkracht, die tijdens de Krokusvakantie een amoureuze en literaire escapade beleefde.

Bouwsteen: een leesbeleid   

Het stappenplan bij het taal- en leesbeleid van OLV Visitatie

Basisschool OLV Visitatie (Mariakerke) vulde bij aanvang van het LOS-traject de Leesscan in, een reflectie-instrument om met behulp van thematische reflectievragen de actuele leessituatie van je school in kaart te brengen. Voornaamste conclusie? De school ondernam vele acties rond boeken en lezen, maar het ontbrak haar aan een breed gedragen visie. Stap voor stap bevroegen ze minstens één vertegenwoordiger per graad via GoogleForms. Omdat een leesbeleidsplan nooit ‘af’ is, werkten ze met één digitaal document dat voor iedereen toegankelijk is via een QR-code. De verschillende stappen van het leesbeleidsplan gaven ze netjes vorm (zie afbeelding), ontdek meer info via de QR-codes.

Ook basisschool De Kleine Jacob (Antwerpen) weet dat beleidskeuzes duurzaam kunnen zijn voor een kwalitatieve leesomgeving. De directie besloot dat de beleidsondersteuner uren kreeg om uitsluitend rond lezen te werken, en dat er in de leraarskamer ook informatie over lezen en boekentips worden uitgewisseld. Het leesbeleid wordt ook omgetoverd tot een visuele leeslijn zodat collega-leerkrachten ook makkelijker de doelstellingen op korte en langere termijn kunnen opvolgen.

© Michiel Devijver en Iedereen Leest

Basisschool De Vlinderboom (Borgerhout) ontwikkelde dan weer een kijkwijzer bij het taal- en leesbeleid. Op verschillende domeinen - de klasbib, voorlezen, woordenschat, semantiek - die met allerlei onderwerpen concreet worden gemaakt, kunnen leerkrachten reflecteren of zij op dit item al dan niet intensief inzetten. De kijkwijzer is niet bedoeld als een controle op de leerkracht zelf, maar als een hulpmiddel waarbij de verschillende onderdelen van het beleid mooi verzameld staan. Op die manier is het ook een kapstok voor het hele schoolteam om het grotere plaatje indachtig te zijn.

Successen en uitdagingen

© Michiel Devijver en Iedereen Leest

Uit de praktijkvoorbeelden bleken de vele successen, maar in het uitwisselingsgesprek met professor Hilde Van Keer, verbonden aan de vakgroep Onderwijskunde van de UGent, kwamen ook uitdagingen aan bod tijdens de slotdagen. Wie kinderen wil motiveren om te lezen, zet best in op intrinsieke, autonome leesmotivatie. Bij aanvang van het traject kregen scholen van professor Van Keer een handige kapstok mee om aan motivatie te werken: het het ABC-model met drie psychologische basisbehoeften van de zelfdeterminatietheorie: Autonomie, VerBondenheid en Compentie.

Het ABC

Uit de verschillende praktijkvoorbeelden plukte professor Van Keer tijdens het gesprek telkens een voorbeeld aan dat aan een van die drie basisbehoeften tegemoetkomt:

  • De kinderen uit De Zonnewijzer (Zele) werden betrokken in de volledige werking van de schoolbib – van het wieden over het labelen tot het inventariseren en registreren van de boeken – maar ook bij de inrichting van hun Boekenzolder. Dit toont dat er wordt ingezet op Autonomie. De eigen inbreng in het boekenaanbod stimuleert de motivatie om de boeken daadwerkelijk te ontlenen en te lezen.
  • Verschillende scholen laten oudere leerlingen voorlezen aan jongere leerlingen. In Ket&Co (Sint-Jans-Molenbeek) lezen leerlingen zelfs in het Nederlands voor aan anderstalige ouders die Nederlands leren. Andere scholen denken dan weer aan rustige leesplekken waar introvertere leerlingen in alle geborgenheid samen kunnen lezen en over de boeken praten. Die voorbeelden getuigen van verBondenheid. Aan elkaar voorlezen of samen praten over boeken versterkt de band tussen lezers. En wat je samen doet, doe je beter.
  • De voorbeelden die de Competentie stimuleren – wat je goed kan, vind je leuker – zijn volgens Van Keer minder dik gezaaid. Als voorbeeld wijst ze op het eerder vermelde ‘Beestig lezen’-project van Berkenboom Mozaïek (Sint-Niklaas). Als stille, niet-oordelende toehoorders stimuleren dieren het zelfvertrouwen van de kinderen in hun (voor)leesvermogen. Wie struikelt over woorden wordt niet op honend gehinnik of boos geblaf onthaald. Ook de Voorleesshow van Ket&Co (Sint-Jans-Molenbeek), waarbij de derde graad als host zelf voorleesboeken verzamelt en voorleest aan verschillende klassen, is een mooi voorbeeld van het eigen kunnen versterken.
© Michiel Devijver en Iedereen Leest

Gebrek aan competentie bij de kinderen

Dat het minder evident is om competentie te stimuleren, bevestigden de scholen tijdens het uitwisselingsgesprek. Om aan de competentiebehoefte van intrinsieke leesmotivatie tegemoet te komen, is het belangrijk om twee niveaus te erkennen: ten eerste dat de kinderen zélf niet geloven in de eigen competentie en ze blokkeren op boeken die te dik zijn of teksten die ze niet meteen begrijpen. Ten tweede dat zelfs collega’s niet altijd geloven in de competentie van de kinderen waardoor ze de neiging hebben om hun leerlingen ‘makkelijk, hapklaar’ leesvoer voor te schotelen.

Daar pikte professor Van Keer op in met volgende bevindingen:

  • In de eerste plaats blijkt uit onderzoek dat de verwachtingen van leraren uitermate belangrijk zijn voor de mate waarin leerlingen zich competent voelen om te lezen. Ambitie koesteren voor de kinderen haalt het beste in hen naar boven. Het is zaak om de lat niet lager te leggen (‘Deze boeken zijn te moeilijk voor onze kinderen’), maar de kinderen naar die lat te brengen, hoe moeilijk dat ook is.
  • Als leerlingen worden afgeschrikt door de moeilijkheidsgraad van een tekst, moet je vooral inzetten op pre-teaching waarin alle nodige buitentalige context en woordenschat worden aangereikt om de tekst te begrijpen. Achteraf moet de leeservaring worden verwerkt zodat kinderen de transfer van de woordenschat van het boek naar de dagelijkse context kunnen maken. Het helpt ook om uitdagende teksten te vinden bij thema’s die jongeren zelf hebben aangedragen. Zo is er het voorbeeld van een BSO-school die aan de slag ging met thema’s als ‘Kan je high worden van maanzaad?’, ‘Hoe vind ik een studentenjob?’. In dit geval kom je dus ook tegemoet aan de behoefte aan Autonomie.

Als leerlingen worden afgeschrikt door de lijvigheid van een boek, wees dan niet bevreesd om er meerdere lessen aan te besteden waarin je telkens een ander hoofdstuk centraal stelt.

TIP: De Vlaamse Onderwijsraad (VLOR) ontwikkelde een gratis praktijkgids Sleutels voor effectief begrijpend lezenDaarin ontdek je de meest recente wetenschappelijke inzichten over het proces van begrijpend lezen, en over de verschillende profielen van lezers en de aanpak die ze nodig hebben. Daarnaast omvat de gids vijf didactische sleutels voor een krachtige begrijpend lezen-didactiek: functionaliteit (uitdagende en betekenisvolle teksten en opdrachten), interactie (tussen leraar en leerlingen én tussen leerlingen onderling), strategie-instructie (expliciet), leesmotivatie en transfer (veel kansen om te lezen, binnen en buiten de school).

Digitale media: bedreiging of verrijking?

In de discussie met de deelnemende scholen en bibs op de slotdagen kwamen ook meermaals de smartphone en toegang tot sociale media aan bod als bedreigend alternatief voor ‘echt’ lezen. Daar luidde Van Keers advies: If you can’t beat them, join them! Ze tipte scholen discussies over boeken via het visueel aantrekkelijke Padlet te voeren. En waarom zou het nieuws lezen op de smartphone minder ‘echt’ zijn dan het lezen in de papieren krant?

Gebrek aan motivatie bij collega’s

© Michiel Devijver en Iedereen Leest

It takes a village to raise a reader”, bleek uit de discussie. Alleen: wat doe je als je collega’s zélf aarzelende lezers zijn? Dat pijnpunt kwam op elk van de slotdagen als belangrijkste uitdaging naar voren: niet-talencollega’s in het secundair onderwijs voelen zich niet bekwaam om leerlingen te begeleiden in het lezen; collega’s lezen zelf niet graag en ‘modellen’ daarom onvoldoende... Het is dan zaak om, bijvoorbeeld via hetzelfde ABC-model, in te spelen op de intrinsieke, autonome leesmotivatie van collega’s: door een leesclubje op te richten met collega’s of een heuse leeswandeling te organiseren (verBondenheid), door hen vrij te roosteren zodat ze zich kunnen bijscholen (Competentie) ...

Inspiratie tanken voor de toekomst

Scholen konden op de slotdagen daarnaast ook deelnemen aan deelsessies met tips en tricks om blijvend rond boeken en lezen te werken. Hieronder volgt van elke deelsessie een beknopt verslag.

‘Leesmotivatie in de praktijk’ door Ilona Plichart en Heleen Rijckaert, begeleiders in dit traject

© Michiel Devijver en Iedereen Leest

Tijdens deze sessie konden deelnemers in de eerste plaats zelf ervaren wat vrij lezen kan betekenen. Een kwartier lang lazen ze in een van de vele boeken die op een tafel uitgestald lagen. Scholen die al aan kwartierlezen deden, ontdekten zo meteen hoe het kwam dat hun leerlingen even tijd nodig hadden om daaraan te wennen. Een ongemakkelijke stoel, de aanwezigheid van anderen …: het duurt even voor je die ‘ongemakken’ hebt ‘geparkeerd’. Werd eveneens vastgesteld: na tien minuten lukt dat al beter. Daarna gingen deelnemers met elkaar in gesprek over het boek of verhaal ze lazen. Die gesprekken startten telkens vanuit een ervaringsgerichte opdracht bij het kwartiertje leeservaring.

 

‘De kunst van het kijken’ door Wien Bogaert (Mooss)

© Michiel Devijver en Iedereen Leest

Boeken bestaan vaak uit meer dan tekst alleen. Deze sessie liet deelnemers op verschillende manieren naar afbeeldingen kijken en verschillende betekenislagen in beeld te detecteren. De speelse opdrachten bij (prenten)boeken over kunst(enaars) zijn heel eenvoudig te gebruiken in de klas en stimuleren de beeldgeletterdheid van je leerlingen. Zo mochten deelnemers een boek naar keuze selecteren op basis van een (visueel) aspect in de omslagillustratie dat hen het meeste aansprak (de typografie van de titel, het kleurgebruik in het omslag…). Daarna werd één boek op een willekeurige pagina opengeslagen. Elke deelnemer kreeg de opdracht één element te beschrijven wat die zag. Door dat procedé verschillende ronden vol te houden, werden de deelnemers tot steeds gedetailleerder waarnemingen gedwongen.

Je beeldgeletterdheid of een andere muzische vaardigheid verder ontwikkelen? Volg een van de (digitale) vormingen van Mooss.

‘Samenwerking bib en school’ door bib Oudergem (Frederika Van Wing) en bib Arena uit Deurne (Monica Jacobs)

Tijdens het LOS-traject werden er op verschillende momenten de brug gebouwd naar de bibliotheek. Hoe kan een school de expertise van een openbare bibliotheek benutten? Welke ondersteuning biedt de bib zoal? En wat is er nodig voor een duurzame samenwerking tussen school en bib? De medewerkers van bib Oudergem en bib Arena (Deurne) gaven enkele praktijkinzichten mee over hun scholenwerking. Ze wezen opnieuw op het belang van het ABC-model van de zelfdeterminatietheorie als ze activiteiten opzetten: keuzevrijheid bij het uitzoeken van een boek (Autonomie), een verbindende factor bij de activiteit zoals van gedachten wisselen met een auteur (verBondenheid) en een ‘bijscholende’ component zoals het leren opzoeken in de digitale catalogus (Competentie).

Tijdens uitwisseling in de deelsessie ontdekten scholen en bibliotheken …

© Michiel Devijver en Iedereen Leest
  • een ongemakkelijke waarheid. Ze verwijten elkaar nog al te makkelijk dat ‘de ander niet over de brug komt’. Scholen vinden het jammer dat bibliotheken zich niet spontaan komen presenteren; bibliotheken vragen zich af waar de scholen blijven met hun vragen tot samenwerking. Uit de uitwisseling bleek nochtans dat het de bib niet ontbreekt aan aanbod, de scholen niet aan vragen. Het besluit? Zet de ander niet de eerste stap, doe het dan vooral zelf!
  • een misverstand. Secundaire scholen gaven aan dat ze ervan uitgingen dat hun leerlingen wel spontaan de weg vinden in de bibliotheek. Hoe konden ze anders verklaren dat leerlingen geen problemen melden om een boek van de leeslijst te ontlenen in de bib? Mis poes! Vaak blijken ouders, en niet de leerlingen, gewoon met de leeslijst het eerste het beste boek op te pikken dat aanwezig is. Jammer natuurlijk, want van een boek vinden dat bij je (interesses) past, is zo natuurlijk geen sprake.
  • twee quick wins(1) De bibliotheken tipten scholen om niet te werken met een vaste leeslijst, maar hun een boek op maat te laten zoeken via Boekenzoeker. Bibliotheken kunnen leerlingen dan leren om dat specifieke boek te vinden in de bib via de digitale catalogus. (2) Wil je als school toch vasthouden aan een vaste leeslijst? Bezorg die lijsten dan eind augustus aan je openbare bibliotheek. Die kunnen zich daar dan op voorbereiden door de boeken aan te kopen, eventueel in meerdere exemplaren.

‘Hoe kan een fysieke leesplek ook het informele leren van jongeren ondersteunen?’ door Gerhard Jäger, bezieler van kunst- en cultuureducatiecentrum Art Basics for Children vzw

“Architecture is always dream and function, expression of an utopia and instrument of a convenience.” (Roland Barthes, schrijver-filosoof)

© Michiel Devijver en Iedereen Leest

In deze sessie peilde Gerhard Jäger bij de deelnemers naar de fysieke leesomgeving op hun school. Als er klas- en schoolbibliotheken zijn, dan blijken die vaak op een verscholen achterafhoekje te zitten. Dat biedt soms een voordeel, opperde een enkeling, omdat leerlingen dan sans gêne kunnen lezen, maar het staat tegelijkertijd het motto ‘Zien lezen doet lezen’ in de weg. Verder blijken ze niet altijd vrij toegankelijk – de openingsuren zijn beperkt en lezen in de bib mag alleen ‘onder toezicht’. Extra pijnpunt is de look and feel van de bibs. Precies daar wil Art Basic for Children vzw wat aan doen. De vzw beschouwt de fysieke ruimte als de ‘derde pedagoog’: de manier waarop je een ruimte inricht, heeft niet enkel invloed op hoe kinderen zich voelen, maar ook hoe ze leren. Met de Basisbox ‘Architectuur’ deelt ze haar inzichten rond ‘vorm en proportie’, ‘materiaal’, ‘kleur’, ‘licht’, ‘geluid’, ‘geur’, ‘interieur’, ‘circulatie’, ‘klimaat, ‘omgeving/buitenruimte’. Via een rondleiding konden deelnemers ervaren hoe het ABC-huis dat concept zelf doortrekt in haar interieur met multifunctioneel, mobiel meubilair. Het mooie is: ABC vzw deelt alle bouwplannen voor de eenvoudig ontworpen meubels via haar Blue Print Catalogus (scroll naar onderen tot ‘Blue Print’).

Gerhards ultieme tips voor je schoolbib?

  • Laat de kleur van de boeken komen. Hou de muren van de schoolbib wit; laat het hout blank.
  • Laat je kinderen in de bib zelf een boek maken.

Het belang van modelleren

Aan het einde de slotdag kregen deelnemers een auteurslezing van illustrator Marit Törnqvist of auteur Bart Moeyaert. Elk op hun manier wezen die de deelnemers op hun verantwoordelijkheid als rolmodel. Marit Törnqvist vroeg, vanuit de eigen ervaring, aandacht voor kinderen met een andere moedertaal; Bart Moeyaert pleitte voor het belang van de leraar als leesbevorderaar. Beiden hadden een relevante boodschap die bleef nazinderen bij de 36 scholen die ook na afloop van dit traject verder timmeren aan hun kwalitatieve leesomgeving op school.

© Michiel Devijver en Iedereen Leest

© Michiel Devijver en Iedereen Leest

Deel dit artikel:

Contact
Medewerker beleid, onderzoek en digitale strategie
Contact
Coördinator vorming en opleiding | Stages
Mis niets van Iedereen Leest