Praktijk in de kijker: ‘Toveren met boeken’ van FMDO

Hoe kunnen we het leesplezier van jongeren en volwassenen vergroten? Het is een thema dat veel organisaties aanzet tot creatieve en innovatieve projecten waarmee ze bijdragen aan een brede leescultuur. In deze reeks zoomt Iedereen Leest in op leesbevorderingsinitiatieven die navolging verdienen en die andere organisaties kunnen inspireren om gelijkaardige projecten op te zetten. Deze aflevering: 'Toveren met boeken' van koepelorganisatie FMDO.

door Katrien Elen
© Femke den Hollander

Koepelorganisatie FMDO (Federatie voor Mondiale en Democratische Organisaties) ondersteunt sociaal-culturele verenigingen voor mensen met een migratieachtergrond, met als missie hen te verbinden en versterken. Via diverse projecten zet de vzw ook in op leesbevordering bij deze doelgroep. ‘Toveren met boeken’ - een project waarmee FMDO anderstalige ouders van kleine kinderen op weg wil zetten om thuis voor te lezen - kadert in deze werking.

Nieuwe doelgroep aanboren

Om ‘Toveren met boeken’ te kaderen, zoomen we eerst even uit naar de FMDO-projectwerking rond leesbevordering. Drie projecten gingen ‘Toveren met boeken’ voor: ‘Boekenambassadeurs’, ‘Verhalen in alle talen’ en ‘DiVerzen’. ‘In deze projecten gebruikten we literatuur als middel om mensen met een migratieachtergrond een podium en zichtbaarheid te geven. Tegelijk inspireerden we mensen uit deze doelgroep om meer te lezen,’ zegt Tine Dessein, stafmedewerker bij FMDO. ‘Net als in onze andere projecten vertrokken we daarbij van hun eigen interesses en talenten.’

In deze projecten stonden met andere woorden gretige lezers met een migratieachtergrond centraal. In ‘Boekenambassadeurs’ stoomde FMDO hen klaar als ambassadeur van hun lievelingsboek. Ze gingen hierover op een creatieve manier vertellen in klassen Nederlands als Tweede Taal of bij verenigingen van mensen met een migratieachtergrond. Doel was om als ervaringsdeskundigen anderen te inspireren om (meer) te gaan lezen. ‘Diverzen’ bestond uit een reeks poëzieworkshops die uitmondde in een meertalige voorstelling. Bij ‘Verhalen in alle talen’ - een project dat nog steeds loopt - leest een duo dat bestaat uit een anderstalige en een Nederlandstalige voor aan kinderen in de bib van Oostende.

(De tekst gaat verder onder de afbeelding.)

Een boekenambassadeur tipt ' De oude man en de zee' | Archiefbeeld © Sipan Hota

‘Uit de contacten met de bib van Oostende ontstond het idee voor ‘Toveren met boeken’, zegt Tine Dessein. ‘De bibliotheek gaf aan dat een grote groep anderstaligen hun weg (nog) niet vindt naar de bib, allesbehalve vertrouwd is met boeken en thuis niet voorleest. De bib suggereerde om in een volgend project met deze groep aan de slag te gaan. Met onze andere projecten bereikten we die groep immers niet. Daar zitten we met een poule deelnemers en vrijwilligers die net wel graag lezen.’

Een kort engagement

Doel van ‘Toveren met boeken’ was om anderstalige ouders te laten kennismaken met de bib en hen te laten zien hoe je dat aanpakt, voorlezen. Initieel was het plan om in Oostende en Kortrijk vier reeksen op te zetten op maandag- of dinsdagmiddag waarin ouders van jonge kinderen met een migratieachtergrond stapsgewijs aan de slag gaan rond voorlezen. Na een kick-off event moesten gesprekstafels en workshops elkaar afwisselen. ‘Voor die doelgroep bleek al snel dat een wekelijks engagement te groot was,’ zegt Tine Dessein. ‘Als je nog niet zo lang in België bent, heb je heel wat kopzorgen. Je moet Nederlands leren, werk en huisvesting vinden. (Voor)lezen is dan geen prioriteit.’

De opkomst voor de eerste twee reeksen lag laag, ondanks extra publiciteit. Het project werd bijgestuurd vooraleer de volgende reeksen van start gingen. In plaats van zelf de anderstaligen bij elkaar te sprokkelen, sprak FMDO haar contacten uit het volwassenonderwijs aan. In plaats van met een kleine groep een langer traject aan te gaan, koos de organisatie voor eenmalige sessies van 2,5 uur tijdens de lesuren. Dat verlaagde de drempel voor nieuwkomers om uit zichzelf de stap naar de bib te zetten.

© Femke den Hollander

Voor deze formule was er wel belangstelling. Zowel LIGO Kortrijk, CVO Miras & Creo, als Team-Miriam (een project van OCMW Kortrijk, ter ondersteuning van alleenstaande, vaak anderstalige moeders, red.) schakelden FMDO één of meerdere keren in. Al snel volgden in Oostende groepen van onder meer CVO Miras. Ook in Brugge vond één sessie plaats. In totaal vonden in die vorm zestien sessies plaats.  ‘Leerkrachten NT2 zagen de voordelen snel in,’ zegt Pauline Verougstraete, projectmedewerker van FMDO die de sessies begeleidde. ‘Hoe meer hun cursisten lezen, hoe sneller ze Nederlands leren.’ Events in de bib van Oostende en Kortrijk sloten het project af, met onder meer een voorleesmoment van auteur Sanne Thijs, en een workshop door Woordoord om via interactieve spelletjes kennis te maken met prentenboeken en verhalen (zie afbeelding links, red.).

Van voorlezen naar lezen

Omdat in de klassen NT2 ook mensen zitten die geen ouder zijn, paste FMDO de inhoud van de workshop aan. Het ging het niet enkel over voorleesboeken, maar ook over de werking van het Taalpunt en de bib. ‘Het was een mooi idee om ons te richten op anderstalige ouders met kinderen tussen drie en zes,’ zegt Pauline. ‘Dan kan je heel gericht te werk gaan. Maar we kozen ervoor om meer deelnemers te bereiken.’

Elke sessie had dezelfde opbouw. Tijdens een kringgesprek deelden de cursisten (voor)leeservaringen. Lezen ze graag? Lezen ze voor? Las iemand hen voor als kind? Verougstraete: ‘We merken dat het bij veel mensen met een migratieachtergrond - ik heb cursisten gezien uit Afghanistan, Syrië, Eritrea, Marokko en ook wel uit Oekraïne - niet in hun cultuur zit om voor te lezen. Verhalen vertellen doen ze wel, voorlezen veel minder.’

Daarna dachten de cursisten in groepjes na over de mogelijke voordelen van lezen en voorlezen. ‘Wij kennen de voordelen natuurlijk - ik denk aan het versterken van de band tussen ouder en kind, het vergroten van empathie of het uitbreiden van de woordenschat,’ zegt Pauline, ‘Maar we laten de cursisten er ook zelf over nadenken. Zo voelt het minder alsof wij hen iets opleggen. Het is niet de bedoeling dat het een infosessie is.’

Archiefbeeld © Michiel Devijver en Iedereen Leest

Een veelgestelde vraag was: in welke taal lees je best voor als je het Nederlands nog niet perfect onder de knie hebt? ‘Beide zijn mogelijk,’ zegt Pauline. ‘Voorlezen in het Nederlands heeft als voordeel dat je zelf je Nederlands oefent, maar voorlezen in de thuistaal zorgt ook voor een stevige taalbasis.’

Na de pauze stelde de begeleider verschillende soorten boeken voor waarmee je Nederlands kan oefenen. ‘Voor sommige mama’s in de groep was dit een eyeopener,’ zegt Kaat Carrette, maatschappelijk assistent bij Team-Miriam dat beroep deed op FMDO voor enkele sessies. ‘Enkelen van hen gaven aan dat hun kind helemaal niet graag leest. Toen ze zagen hoe ruim het aanbod was, begonnen hun ogen te fonkelen. Ze wisten niet dat er ook informatieve boeken zijn over dino’s of de ruimte. Dit spreekt hun kinderen wel aan.’

Na een filmpje van ‘De voorleesclub’ - waaruit blijkt dat voorlezen geen eenrichtingsverkeer is en dat kinderen vaak verrassende vragen stellen - mochten de deelnemers de gepresenteerde boeken inkijken en kon iedereen om de beurt een stukje lezen. Tot slot kwam de werking van de bib aan bod: hoe leen je boeken uit, hoeveel kan je er uitlenen en hoe lang mag je ze houden? ‘Veel nieuwkomers weten bijvoorbeeld niet dat de bib gratis is voor kinderen,’ zegt Verougstraete. ‘Ook volwassenen met een UITpas betalen maar een euro voor een jaar.’

Om dit project te verankeren, is het draaiboek van deze sessies digitaal beschikbaar via KlasCement – een platform van de overheid met gratis lesmateriaal. ‘Zo kunnen scholen er in de toekomst zelf mee aan de slag,’ zegt Verougstraete.

In de bib

Waar de sessies bij Ligo en de CVO’s meestal op school zelf plaatsvonden, kwam Team-Miriam voor de workshops naar de bib. ‘Ik heb gemerkt dat het interessanter is als de workshop in de bib doorgaat,’ zegt Pauline. ‘Als een ouder aangeeft dat zijn of haar kind geïnteresseerd is in voertuigen, kan je meteen tonen waar ze geschikte boekjes kunnen vinden.’ Kaat bevestigt de meerwaarde van de bib als locatie: ‘In de bibliotheek was het allemaal heel concreet voor onze mama’s. Het was voor sommigen een eerste kennismaking met verschillende soorten prenten- en leesboeken. Ook het anderstalig aanbod van de bibliotheken kenden ze nog niet. Ze kregen bovendien ter plaatse uitleg over het uitleensysteem. De drempel is nu minder groot om ook eens op eigen houtje naar de bib te gaan. Sommigen sloten zich ter plekke aan en leenden meteen een aantal boeken uit.’

Kortom, met ‘Toveren met boeken’ sloeg FMDO een nieuwe richting in binnen haar projectlijn leesbevordering. Na enkele projecten met een focus op anderstaligen die graag lezen, richtte de organisatie zich dit keer op nieuwkomers die (nog) niet vertrouwd waren met boeken. Al doende trok de organisatie een paar lessen uit deze ervaring. Houd het engagement klein, maak het concreet en geef een antwoord op de meest actuele noden van de doelgroep. 


Tips van FMDO om met anderstaligen een leesbevorderingsproject aan te gaan

  • Zorg dat de boeken die je gaat (voor)lezen diversiteit uitstralen.
  • Leg niks op, maar luister naar wat bij de doelgroep leeft. Informeer bijvoorbeeld naar welke boeken bij hen thuis in de kast staan en welke verhalen ze nog kennen van hun kindertijd.
  • Trek tijd uit voor persoonlijk contact. Bel mensen op na een sessie, of stuur een berichtje om te vragen of ze er de volgende keer weer bij zijn. Luister in zo’n gesprek ook naar wat de eventuele drempels zijn. Hebben ze geen opvang voor de kinderen? Kijk dan of de kinderen mee kunnen, of pas de timing van je activiteit aan.
  • Nieuwkomers hebben veel aan hun hoofd. Inspireer hen met korte en bondige sessies in plaats van met langlopende trajecten.
  • Zoek eerst je deelnemersgroep en prik dan een datum die hen het beste past of richt je tot een bestaande groep. Werk niet omgekeerd.
  • Koppel je activiteit aan een rondleiding in de bibliotheek. Dat maakt het allemaal veel concreter en zorgt voor toeleiding naar de bib.
  • Het is krachtig als je ervaringsdeskundigen met een migratieachtergrond kan inzetten om zo’n project te omkaderen. Voor de doelgroep is het extra inspirerend als iemand met dezelfde achtergrond een boek tipt of vertelt hoe hij/zij het voorlezen aanpakt. Dit zorgt voor herkenning.

Voor de realisatie van dit project deed FMDO beroep op subsidies voor leesbevordering van Literatuur Vlaanderen. Wil je met jouw organisatie ook een leesbevorderingsproject opzetten? Lees het reglement en de indienvoorwaarden. Je vindt er ook meer info over de samenwerking met Iedereen Leest.


Hoe kunnen we kinderen en volwassenen meer, beter of anders toeleiden naar lezen? Hoe kunnen we wie weinig of niet in contact komt met verhalen laten proeven van leesplezier? In deze reeks zoomt Iedereen Leest in op initiatieven die door hun laagdrempelige karakter anderen kunnen inspireren.


Deel dit artikel:

Contact
Medewerker beleid en onderzoek
Mis niets van Iedereen Leest