De voorleesboekenkast van Uwe Porters

In de reeks ‘de voorleesboekenkast’ gaan we op bezoek bij enthousiaste voorlezers en hun kinderen. Wat zijn hun favoriete voorleesboeken? Hoe ziet hun voorleesritueel eruit? In deze aflevering duiken wij in de voorleesboekenkast van vroedvrouw Uwe Porters en haar dochter Lexie van acht en zoon Viggo van zes.

door Katrien Elen
© Michiel Devijver en Iedereen Leest
© Michiel Devijver en Iedereen Leest

‘Ik ben opgegroeid in een huis vol boeken. Elk jaar gingen we met het gezin naar de Boekenbeurs. Dat was echt een traditie. Zelf wilde ik die magie die ik voel rond lezen ook meegeven aan mijn kinderen. We zijn met voorlezen begonnen toen Lexie en Viggo nog baby’s waren, met Spookje Spartacus van Guido van Genechten en Het land van de grote woordfabriek van Agnès de Lestrade. Die hebben we echt stukgelezen. Die boekjes betekenden zoveel dat ik voor hun herinneringendozen nieuwe exemplaren heb gekocht.’

Avondritueel

“Lexie kiest vaak boeken over verbinding, thuiskomen en warmte vinden. Viggo is echt een pantoffelheld. Hij gaat dan ook vaak voor boeken over grote stappen zetten.”

‘Onze kinderen slapen bij ons in de kamer, op een dubbele matras die overdag onder ons bed ligt. Meestal begint het avondritueel met ons drietjes op bed, mijn man moet vaak ‘s nachts werken. Om de beurt kiezen Lexie en Viggo een boek. Bij Lexie zijn dat vaak boeken over verbinding, thuiskomen en warmte vinden. Viggo is echt een pantoffelheld. In een veilige setting durft hij veel. Hij gaat dan ook vaak voor boeken over grote stappen zetten, verhaaltjes die altijd goed uitdraaien. Erg schattig om te zien.’

© Michiel Devijver en Iedereen Leest

‘Ik heb twee heel gevoelige kinderen. Zeker Lexie zuigt alle indrukken van de dag op als een spons. Om te vermijden dat het anderhalf uur duurt voordat ze in slaap valt, gebruik ik Slaapklets van Michal Janssen, een soort van dagboek met verhalen om de dag te overlopen. Eerst leest ze zelf een kort hoofdstukje voor en dan praten we over haar dag aan de hand van vragen als: “Wat is het leukste dat er vandaag is gebeurd?” of “Heb je vandaag gespeeld of gelachen?”. Ik merk dat het heel krachtig is om met dit boek aan de slag te gaan. En op die manier leest Lexie elke dag zelf.’

‘Als voorlezer doe ik heel graag stemmetjes. Ik speel een boek bijna in plaats van het voor te lezen. Spookje Spartacus kon ik heel goed. Dat spookje houdt er niet van om mensen bang te maken. Hij kan ook niet “boe” zeggen, hij zegt “bahoe”. Toen de kinderen klein waren, zaten ze echt op mijn “bahoe” te wachten. (lacht)’

‘Wat voorlezen voor mij betekent? Het is een moment van verbinding. Je kruipt letterlijk bij elkaar. Tegelijk kun je landen en vertragen. Hoe snel het leven soms ook gaat, tijdens het voorlezen ben je gedwongen om even rust te nemen. Dat hebben zowel de kinderen als ik heel hard nodig.’

“Voorlezen is een moment van verbinding. Je kruipt letterlijk bij elkaar. Tegelijk kun je landen en vertragen. ”

Zien lezen en schrijven doet lezen

© Michiel Devijver en Iedereen Leest

‘Ondertussen zitten Viggo en Lexie in de lagere school. Ik lees nog altijd veel voor, maar ze lezen nu ook zelf. Voor school moeten ze hun technisch lezen oefenen, maar daarbuiten zal ik hen nooit pushen om recreatief te lezen. Ook als ze doodmoe thuiskomen van school, zal ik hen niet forceren om nog tien minuten te oefenen. Dat heeft geen zin, dan gaat het niet blijven hangen. Toch nemen ze af en toe zelf een boek uit de kast. Lexie is momenteel heel erg into #LikeMe. Die boekjes zijn nog een beetje te moeilijk, maar ze vindt het leuk, dus ze probeert het wel. Dat ze zelf naar een boek grijpen, vind ik wel fijn.’

Mochten de kinderen niet graag lezen, zou dat natuurlijk jammer zijn. Anderzijds herinner ik me ook dat ik als kind een tijdlang niet graag heb gelezen. Als puber is dat weer volle bak teruggekomen. Ik heb er dus wel vertrouwen in. Mijn man heeft de smaak zelfs pas als volwassene te pakken gekregen. Als kind en tiener was hij nooit een grote lezer. Nu verslindt hij boeken. De kinderen zien mijn man en mij dan ook vaak met een boek, zeker op vakantie. Al lees ik meestal op mijn e-reader. “Pas op! Mama heeft haar leescomputertje vast,” roepen ze als ik zit te lezen aan het zwembad. (lacht)’

© Michiel Devijver en Iedereen Leest

‘Dat ze een mama hebben die regelmatig aankondigt dat ze even naar haar praktijk gaat om te schrijven, werkt ook stimulerend. Vooral Lexie is daar heel nieuwsgierig naar. Zo vraagt ze soms wanneer ik een boek over haar ga schrijven. Ze beseft niet dat mijn boeken (Verlos ons en Verlost, en nu?, non-fictie over bevallen en het moederschap, red.) eigenlijk allebei al een beetje over haar gingen.’

Kopers

© Michiel Devijver en Iedereen Leest

‘Mijn man en ik hebben een grote boekenkast. Thuis kopen we al onze boeken: soms lokaal, af en toe ook online. Dat is hoe ik het ken van mijn eigen kindertijd. Mijn mama is nooit met ons naar de bib gegaan. Mijn schoonmoeder neemt de kinderen wel af en toe mee naar de bibliotheek en ook met school gaan ze daar naartoe.’

‘Om een boek te kopen, moet er geen speciale gelegenheid zijn. Als ik bots op een leuk boek, dan koop ik het. Ik kocht wel meer toen de kinderen klein waren. Nu laat ik het initiatief meer aan hen over. Lexie vroeg pas om een stripboek. Daar hebben we dan samen naar gezocht, maar ik dring het niet op.’

“Als we op reis gaan, kopen we altijd een voorleesboek in de taal van het land. Die traditie zijn we gestart op onze eerste vakantie met Lexie in Spanje. Van het Kroatisch boek van dit jaar begrijpen we niets.”

‘Als we op reis gaan, kopen we altijd een voorleesboek in de taal van het land. Die traditie zijn we gestart op onze eerste vakantie met Lexie in Spanje. In Amerika hebben we een Dr. Seuss gekocht, in Italië een prentenboek over Pinokkio, maar van het Kroatisch boek van dit jaar begrijpen we niets. Mijn man en ik verzinnen daar ons eigen verhaal bij. Het enige probleem is dat we beter moeten afspreken welk verhaal dat is, want soms lopen onze interpretaties nogal uit elkaar en zeggen de kinderen: “Dat klopt niet.”’

‘Als mijn kinderen ergens mee zitten, zoek ik wel eens boeken over dat thema. Zo had Lexie een periode waarin ze het moeilijk had om los te komen en zichzelf te tonen. Een boekje van Wat Viktor voelt over zelfvertrouwen heeft geholpen. Als volwassene grijp ik in zo’n geval ook naar een boek. Als je jezelf kunt herkennen in een verhaal, zet dat me vaak op weg naar een antwoord, oplossing of hulp.’

Zonder schaamte

© Michiel Devijver en Iedereen Leest

‘Over seksualiteit en seksuele voorlichting bestaan er nog te weinig boeken voor jonge kinderen, terwijl ik denk dat veel ouders daar nood aan hebben. Ze weten niet goed wat ze wel en niet kunnen zeggen op welke leeftijd, terwijl sommige kleuters al vroeg vragen beginnen te stellen. In mijn ogen is een goed boek over seksualiteit inclusief, nuchter en duidelijk. Ik vind het belangrijk dat alles juist wordt benoemd en dat het een toon heeft die het thema ontdoet van schaamte en taboe. Want schaamte leer je aan. Je zou ervan versteld staan hoe snel een kind dat oppikt. Als je als ouder spreekt over seksualiteit zou je je eigen schaamte moeten achterwege laten. Een boekje waarin je voelt: “Dat is hier zo nuchter uitgelegd” kan daarbij helpen.’

‘Een boek over seksualiteit moet ook laten zien dat er veel mogelijkheden zijn. Je zou ervan schrikken in hoeveel boekjes de ouders van een baby standaard een mama en papa zijn. Terwijl de realiteit heel anders is. Ik denk aan draagmoederschap, bijvoorbeeld, of adoptie. Dat mag allemaal naast elkaar staan. Uiteraard moet het in zo’n boek ook gaan over plezier én toestemming. Wanneer is iets oké en wanneer niet?’

“Een kinderboek over bevallen zou leuk zijn. Ik denk dat veel kinderen met vragen zitten. Plots is die baby er. Maar waar komen baby’s vandaan?”

Ook een kinderboek over bevallen zou leuk zijn. Ik denk dat veel kinderen met vragen zitten. Plots is die baby er. Maar waar komen baby’s vandaan? Hoe komen ze daarin? En hoe komen ze er weer uit? Doet dat pijn? Ik ben natuurlijk vroedvrouw, maar ik herinner me dat mijn dochter daar op haar vierde al vragen over stelde. Hetzelfde met menstrueren. Daar bestaan geen boeken over. Terwijl je via een verhaal zoveel belangrijke info kunt meegeven.’

VIJF TIPS VAN UWE

© Michiel Devijver en Iedereen Leest
  • Het huis met de gele deur van Hanne Luyten: ‘In dat boek heb je twee mama’s en op geen enkel punt in het verhaal heeft dat een introductie nodig. Het is gewoon zo. Ik ben fan van alle Wilma Wonder-boeken. Op een no-nonsense manier doet Hanne Luyten aan inclusie. Ze zorgt ervoor dat kinderen zich niet alleen voelen, of vreemd, of anders. Haar boeken zijn echt waardevol en ook de prenten zijn heel mooi.’

  • Het land van de grote woordfabriek van Agnès de Lestrade: ‘Ons nummer één boek. Ik las het al voor toen Lexie nog in de buik zat. Vanaf twintig weken is een baby vatbaar voor geluid. Dan kan je dus beginnen met zingen of voorlezen.’

  • Maar hoe dan?! van Karin Middelburg en Philippine Van der Goes: ‘Een schitterend boek over seksualiteit dat heel goed laat zien op hoeveel verschillende manieren een baby in een gezin kan komen. Ik denk dat veel ouders hier iets aan zullen hebben.’
  • Hey baby, kijk van Eva Mouton: ‘Wat ik als vroedvrouw altijd meegeef aan jonge ouders, is dat baby’s in het begin alleen harde contrasten zien. Pastelkleuren zijn heel mooi, maar die felle kleuren hebben een reden. De zwart-wit boekjes van Eva Mouton vinden baby’s fantastisch. Daar kun je al heel vroeg mee aan de slag.'
  • Over botjes, protjes en snotjes van Thaïs Vanderheyden: ‘Een supertof boek over de stofwisseling en het menselijk lichaam. Als ik dat dichtklap, komen de kinderen altijd met veel vragen.’


Deel dit artikel:

Mis niets van Iedereen Leest